Vanaf 24 juni zijn in het Joods Historisch Museum schilderijen, tekeningen, foto’s en filmmateriaal te zien waarin een beeld gegeven wordt van de veranderingen in de Amsterdamse jodenbuurt tussen ca. 1860 tot 1967. Tegelijkertijd laten zij zien hoe de fotografen naar de buurt keken.
De tentoonstelling wordt op 23 juni geopend door Jan Ruijter, voormalig
coordinator van het Mozeshuis en de Mozes en Aaronkerk aan het
Waterlooplein in Amsterdam.
De karakteristieke stadswijk rondom het Waterlooplein, met lange tijd
een overwegend – maar niet uitsluitend – joodse bevolking, inspireerde
vele kunstenaars. Werken van onder andere Max Liebermann, Oskar
Kokoschka en Johan Staller tonen het leven in de straten en steegjes.
De manier waarop kunstenaars de oude jodenbuurt in beeld brachten is
voor een groot deel afhankelijk van de tijd waarin ze leefden. Zo gaven
kunstenaars halverwege de negentiende eeuw vaak een romantische
voorstelling, terwijl hun collega?s uit begin twintigste eeuw de buurt
juist realistisch verbeeldden.
Een speciale plaats in de tentoonstelling heeft het werk van Cor Hund
(geb. 1915). Hij maakte in de jaren dertig schilderijen en tekeningen
van de buurt, waarin vooral kinderen en marktkooplui centraal staan.
Cor Hund, Philip en Judith Corper,
olieverf op doek, ca. 1938
Met zijn kordate manier van tekenen, zonder overbodige details, maakte
hij de sfeer in dit deel van Amsterdam tastbaar. Zijn schilderijen, die
net als zijn tekeningen nooit eerder werden tentoongesteld, zijn
onlangs door het Joods Historisch Museum aangekocht.
Leprozengracht met de Mozes en Aaronkerk, ca. 1880.
Collectie JHM / J. van Velzen
Tijdens de oorlog zijn er maar weinig afbeeldingen gemaakt van de oude
jodenbuurt. Bekend zijn snelgemaakte kiekjes door anonieme fotografen.
In de naoorlogse periode legden fotografen als Philip Mechanicus en
Emmy Andriesse en de schilder Cor Dik de troosteloze aanblik van de
half gesloopte huizen vast. Hoewel de sanering van de buurt al
tientallen jaren voor de oorlog was begonnen, heeft het definitieve
verdwijnen van de joodse bewoners de oude jodenbuurt voorgoed
veranderd. Wat er na de oorlog overbleef, was de markt op het
Waterlooplein, maar dan grotendeels zonder joodse kooplieden. In 1967
beleefde de markt voorlopig haar laatste dag op het Waterlooplein
vanwege de bouw van de metro en later het Stadhuis-Muziektheater. Deze
dag legde Ed van der Elsken vast in zijn film Het Waterlooplein
verdwijnt.
In aansluiting op de tentoonstelling zijn van 13 juli tot en met 26
augustus in de galerijen van de Academie van Bouwkunst (het poortje
tegenover het JHM) meer foto?s van de oude jodenbuurt te zien. In
diezelfde periode bevindt zich op de binnenplaats van de Academie weer
het JHM Zomercafé. Verder organiseert het JHM, in het kader van de
manifestatie Amsterdam, stad aan het water, rondvaarten en literaire
wandelingen langs de nog zichtbare restanten van de oude jodenbuurt.
Elke woensdagmiddag tussen 29/6 en 31/8 leest Fajga Szmulewicz om 14.30
tekstfragmenten voor van schrijvers die zich door de jodenbuurt lieten
inspireren.
Zie voor meer activiteiten de agenda op de website van het JHM.
O, Waterlooplein… is te zien tot en met 4 september 2005.