De film veroorzaakte overal ter wereld heftige discussies of Hitler niet ‘te menselijk’ werd afgeschilderd, maar het Israëlische bioscooppubliek laat zich niet afschrikken, ondanks het advies, met name aan Holocaust-overlevenden, van het Simon Wiesenthal Centrum de film niet te gaan zien.
Der Untergang heeft in Israël overwegend positieve
recensies gekregen en nauwelijks klachten uitgelokt. De bezoekers in de
zeven bioscopen van Lev Cinemas zijn overwegend ouderen, nieuwsgierig
geworden na de heftige discussies, met name in Duitsland. Die debatten
gingen over de vraag of de Zwitserse acteur Bruno Ganz en de Duitse
regisseur Olivier Hirschbiegel Hitler niet te veel “gehumaniseerd”
zouden hebben door hem aardig te laten zijn voor het personeel, zijn
hond en de Arische kinderschare van Goebbels.
“We hebben er beslist geen spijt van dat we deze film in roulatie
hebben gebracht. Ik ben geen censor, ik haat iedere vorm van censuur”,
zegt Nurit Shani, directrice van Lev Cinemas, een kleine bioscoopketen
in Israël. Toch ging ze zeer voorzichtig tewerk. Ze besloot de film uit
te brengen na een klein referendum onder duizend Israëli’s die na een
besloten voorvertoning in grote meerderheid concludeerden dat het om
een interessante film gaat. Shanai besloot Der Untergang
uit te brengen na de jaarlijkse herdenking van de Holocaust en de
evenementen rond het nieuwe Yad Vashem-museum in Jeruzalem. Der Untergang draait inmiddels drie weken.
“Het hele punt van deze film is dat Hitler een mens was, een megalomane
gek, met natuurlijk ook een paar aardige kanten. Hij was een menselijk
wezen, net als zijn miljoenen volgelingen. Hij was geen eenmalige,
monsterlijke verschijning. Dat zou veel te simplistisch zijn”, zo
analyseerde Amoz Wasserteil (56) de film nadat hij hem vorige week
gezien had. Zijn ouders overleefden de Holocaust in Duitsland. “Ik denk
dat de mensen die dit niet aankunnen of niet willen zien, gewoon niet
gaan. Holocaust-overlevers hoeven dit niet per se te zien, vermoed ik.”
Der Untergang is gebaseerd op boeken van Joachim Fest en
het boek van Hitlers secretaresse, de in 2003 gestorven Traudl Junge.
Hirschbiegel vertelt het verhaal uit haar perspectief. Het Israëlische
Simon Wiesenthalcentrum had Holocaust-overlevers gewaarschuwd de film
te mijden. Of daar gehoor aan gegeven is, is onduidelijk. Lev Cinemas
wil nog geen bezoekersaantallen vrijgeven.
Op een willekeurig gekozen doordeweekse avond, waarop niet werd
gevoetbald, was de bioscoop in het plaatsje aan de noordrand van Tel
Aviv voor driekwart leeg. Alle 23 bezoekers hadden familie in de
Holocaust verloren, maar geen van hen had zelf in de kampen gezeten. De
scenes waarin Hitler pocht over de wijze waarop hij de Joden heeft
geelimineerd, werden gevolgd door hoorbaar gezucht en als mevrouw
Goebbels met cyaankalipillen haar zes kinderen doodt – de gruwelijkste
scene in de film – verlieten een paar mensen de bioscoop.
“Ik heb de indruk dat de makers heel dicht zijn gebleven bij het
historische script”, zegt Katherina Weissman, die in de oorlog in Tel
Aviv is geboren. “Er is geen Hollywood-achtig loopje met de
geschiedenis genomen. Ik hoop dat ook veel jongeren naar deze film
komen, want dan zien ze hoe verschrikkelijk het was en dat Hitler een
enorme gek was. Je voelt toch goed hoe krachtig een realistische film
kan zijn.” Ze moest tot haar teleurstelling vaststellen dat op het
eerste gezicht de gemiddelde leeftijd van de bezoekers tussen de 55 en
60 jaar lag.
Voor de meeste Israëlische filmcritici was niet de wijze waarop Ganz
Hitler neerzette, de aanleiding voor kritiek, maar het benadrukken van
het lijden van de Berlijnse bevolking en de welwillende, om niet te
zeggen positieve portretten van Albert Speer en de SS-arts, generaal
Schenk. “Zij worden op