Staat in een staat


Uit het dagboek van een Vredestichtertje. Aflevering 58: Eldad Kisch ging mee met een solidariteitsbezoek aan de Palestijnse bewoners van Tel-Rumeida, een geheel Arabische buitenwijk van Hebron waar Israëlische kolonisten vanuit een caravan-kampement met harde hand de dienst uitmaken.

Het klonk allemaal onschuldig genoeg, we zouden onze solidariteit gaan
betonen met de Palestijnse bewoners van Tel-Rumeida. Welgemoed
vertrokken we naar Jeruzalem, de bekende verzamelplaats in het
Bel-park, met zonnehoedjes, waterflessen en stevige wandelschoenen.
Daar waren we met veertig welmenende burgers, die overgeladen werden in
vier kleine busjes om naar onze bestemming te rijden. Tel-Rumeida is
een buitenwijk van de Stad-der-Vaderen Hebron, op een heuvel die de
stad beheerst. In hun aangeboren zucht om het land te ontginnen is er
door onze onvermoeibare settlers op de top van deze heuvel, middenin
deze geheel Arabische woonwijk, een kampement van caravans opgezet. De
settlers lopen daar biddend en zwaar gewapend rond, en de straten
eromheen zijn ook Palestijnen-rein verklaard. Houd dit belangrijke feit
even vast voor direct, want de gevolgen voor hun Palestijnse buren zijn
catastrofaal.

Zoals jullie niet allemaal weet, worden deze tochten vrijelijk
aangekondigd op het internet. Trouwe mee-lezers van deze communicaties
zijn de politie en de geheime dienst. Het mag dan niet verbazen, dat
nog voor onze vier busjes Jeruzalem uit waren, er al voor en achter ons
een politieauto reed, en ook nog een ongemerkte limousine met vier
gorilla’s. In Jeruzalem mag je best een tochtje maken met vier busjes,
maar Hebron is andere koek: dat is zone A, onder Palestijns beheer,
verboden terrein voor Israëlische burgers. Dus de politie rijdt mee,
tot het duidelijk blijkt dat er een overtreding op het punt staat
begaan te worden (mooi zeg ik dat, niet?), en grijpt dan in.

Onze organisatoren, ook niet lui, reden bij Chalchul (op weg naar
Hebron) de weg af, we stapten allemaal uit, klommen over een aarden
wal, en waren in zone A! Slim he? Daar verdeelden we ons over enkele
Palestijnse taxi’s, pikten onderweg een paar leden van de bemiddelende
organisatie CPT (Christian Peacemakers Team) op, en reden feestelijk Hebron binnen.

Nu denken jullie toch niet heus dat Israël’s geheime dienst en de
politie zich zomaar bij de neus laten nemen, hoop ik. Bij aankomst in
het centrum van Hebron stond er een comite van ontvangst, en 24
demonstranten werden ter plaatse gearresteerd (in overvalwagens naar
Israël teruggereden, ondervraagd, vingerafdrukken gemaakt, body search,
aanklacht ingediend, vastgehouden tot de avond viel, en na veel
rompslomp vrijgelaten op persoonlijke borgstelling – er kwam ook nog
een advocaat aan te pas).

Enkele taxi’s, waaronder geheel toevallig die van ons, dropte ons
middenin de Suk, om het laatste stuk, ongeveer 500 meter, naar boven te
lopen naar Tel-Rumeida. We konden niet doorrijden, want de controlepost
van de weg naar Tel-Rumeida is gesloten op Sjabbat, op verzoek van de
settlers die dan toch niet rijden, en dat geeft ook meteen gedwongen
rust voor alle verdere Palestijnse bewoners van Tel-Rumeida, want die
tellen toch niet mee.
Nu vallen Israëli’s op de Suk van Hebron natuurlijk wel op, en de
Israëlische patrouilles arresteerden meteen twee van onze groep. Het
wachtwoord werd toen: wegwezen. Wij schoten meteen enkele van de steile
zijstegen in, die naar boven leiden, richting Tel-Rumeida.
Na een paar woorden van uitleg door enkele Arabisch sprekende leden van
onze slinkende groep, werden we meteen binnengelaten op het erf van
families, opdat we niet meer zichtbaar zouden zijn voor de militaire
patrouilles.

Onze groep, nu veel kleiner, moest proberen weer samen te komen, met
behulp van onze mobiele telefoontjes. Dat viel niet mee, want

Advertentie (4)