De voormalige synagoge van Leeuwarden, die nu in gebruik is als dansschool, bestaat 200 jaar. Dat werd op 22 mei jl. in een besloten bijeenkomst herdacht met toespraken door o.m. hoofdrabbijn Binyomin Jacobs. Ook werd een herdenkingsplaquette onthuld achter het hek van het vroegere sjoelgebouw
Het Friesch Dagblad plaatste op 23 mei een verslag van de bijeenkomst.
Het oorspronkelijke interieur van de synagoge, inclusief de
Tora-rollen, is in 1965 nagenoeg compleet overgebracht naar het
jeugddorp Kfar Batya, omdat de Leeuwarder synagoge veel te groot was
geworden voor de door de Tweede Wereldoorlog gedecimeerde Joodse
gemeenschap. Alleen de Leeuwarder Menora, destijds geschonken door de
familie Kan, voorouders van onder andere de bekende cabaretier Wim Kan,
ging niet naar Israël. Die bevindt zich nu in het Joods Historisch
Museum in Amsterdam in de permanente expositie.
De in Israël opererende stichting Amuta Leeuwarden is erin geslaagd om, in
samenwerking met de Amerikaanse organisatie Amit, geld bijeen te
brengen voor een volledige restauratie van het interieur, inclusief de
Tora-rollen en de bijbehorende zilveren kronen en schilden. Bovendien
is er een fraaie herdenkingsbrochure vervaardigd.
Het tweehonderdjarige bestaan werd in Israël al op 10 maart gevierd.
Daar werd door de zoon van de vroegere opperrabbijn van Fryslan, de
heer Dasberg en zijn vrouw een herdenkingsplaquette onthuld met de
tekst ‘Zie uw zoon leeft’ (1 Koningen 17:23) en het wapen van
Leeuwarden (dat nagenoeg overeenkomt met het wapen van Jeruzalem, beide
bevatten een staande leeuw!). Bovendien werd een nieuw ‘parochet’
(voorhangsel voor de heilige arke, de kast met de wetsrollen) in
gebruik genomen. Daarop staat de tekst ‘Voor deze jongere/jongen heb ik
gebeden’ (1 Samuel 1:27). Het parochet was geschonken door de familie
Rosen Jacobson, rechtstreekse nakomelingen van Jacob de Joode die in
1670 de eerste Joodse begraafplaats in Leeuwarden stichtte.
De beide teksten staan in relatie tot de tekst op de buitenmuur van de
vroegere Joodse school (bij het Joods monument, nabij de Grote of
Jacobijner kerk in Leeuwarden): ‘Het kind is niet meer’ (Genesis 37:
30). Die tekst drukt de pijn uit van de Joodse gemeenschap in het
verlies van haar kinderen in de Tweede Wereldoorlog.
De brochure over de Leeuwarder synagoge kreeg een voorwoord van de
president van Israël, Moshe Katzav. Verder bevat de brochure een
bijdrage van Gerk Koopmans van het Verzetsmuseum in Leeuwarden. Hij
schrijft over de redding van de Tora-rollen in de Tweede Wereldoorlog.
De herdenkingsdienst in Kfar Batya werd bijgewoond door de Israëlische
opperrabbijn Israël Meir Lau. Hij zat op de gerestaureerde zetel van de
vroegere Leeuwarder opperrabbijnen Lowenstamm, Dusnus, Wagenaar,
Lewenstein, Rudelsheim, Davids, Dasberg, Levisson, Tal en Berlinger.
Ook de Nederlandse ambassadeur in Israël, Bob Hiensch, was aanwezig,
naast ongeveer driehonderd overige belangstellenden.
Diverse sprekers brachten het bijzondere van de overbrenging van het
volledige interieur en het vernieuwde intensieve dagelijks gebruik door
circa 400 leerlingen naar voren. De synagoge van Kfar Batya staat in
een prachtig park, waarvan vele bomen al in bloei stonden in mooi
voorjaarsweer. Een receptie, tentoonstelling van de antieke
gerestaureerde zilveren voorwerpen en een feestelijke maaltijd met
muziek en toespraken maakten voorts deel uit van de feestelijkheden.
Joden in Leeuwarden
De eerste Joden vestigden zich rond 1645 in het Friesland van
stadhouder Willem Frederik van Nassau en Albertine Agnes. Recent
onderzoek door Chaim Caran (bestuurslid van de stichting Amuta
Leeuwarden die het interieur van de Lee