Felix Nussbaum in Brussel herdacht


De Duits-joodse kunstschilder Felix Nussbaum heeft sinds gisteren een gedenkteken in Brussel op de plek waar hij samen met zijn vrouw op 20 juni 1944 werd opgepakt en via het concentratiekamp in Mechelen naar Auschwitz gedeporteerd.

Felix Nussbaum (1904-1944) is de laatste tijd opnieuw in de
belangstelling gekomen. In 1998 werd in zijn geboortestad Osnabrueck
een aan hem gewijd museum geopend. Het is een spectaculair gebouw, een
‘museum zonder uitgang’ van architect Daniel Libeskind, die ook het
Joods Museum in Berlijn ontwierp. Het Felix Nussbaum Haus bewaart het
grootste deel van het oeuvre van de vervolgde kunstenaar,
overeenkomstig diens laatste wens: “Wenn ich untergehe, laszt meine
Bilder nicht sterben!” .

 Het verhaal van Nussbaum is dat van vele joodse intellectuelen en
kunstenaars in de nazi-periode. De jonge kunstenaar, die al een
succesvoolle tentoonstelling in Berlijn achter de rug had, was bezig
met een stage in de Villa Massimo in Rome toen Hitler aan de macht
kwam. Nussbaum besloot niet naar Duitsland terug te keren. Vanaf 1935
tot zijn arrestatie in 1944 woonde en werkte hij in Belgie waar hij in
zijn levensonderhoud voorzag met het maken van illustraties en de
verkoop van zijn schilderijen.

Nussbaum exposeerde onder meer in Fort Napoleon in Oostende en was
bevriend met James Ensor, die toen op het toppunt van zijn roem stond.
Tijdens de oorlog leefde Nussbaum ondergedoken in Brussel waar hij
onderdak kreeg bij verscheidene Belgische families en leden van het
verzet. Het werk dat de ondergedoken kunstenaar in moeilijke
omstandigheden in Brussel maakte – hij schilderde een tijd in de
kelder, uit angst dat de geur van de verf hem zou verraden – heeft niet
alleen documentaire waarde. Het is een aangrijpend artistiek getuigenis.


Triumph des Todes oder Die Gerippe spielen zum Tanz (1944)

“Nussbaum schilderde niet wat hij zag, maar wat hij voelde”, zegt Inge
Jaehner, de conservator van het Felix Nussbaum Haus in Osnabrueck. “Hij
is uniek omdat hij zijn ervaring en zijn doodsangst als vervolgde
joodse kunstenaar op een prachtige, waardige manier in zijn werk tot
uitdrukking wist te brengen. Zijn stijl is origineel. Hij verwerkte
invloeden van de Nieuwe Zakelijkheid en het magisch-realisme, maar
sloot ook aan bij een oudere traditie. Zo verwijst de dodendans op zijn
allerlaatste schilderij, Triomf van de dood,  duidelijk naar het
werk van Bosch en Bruegel.”

Het huis in de Archimedesstraat 22 waar Nussbaum werd opgepakt, is
afgebroken. De drie gedenkplaten (in het Duits, het Frans en het
Nederlands) die gisteren onthuld werden, zijn bevestigd aan het moderne
gebouw dat ervoor in de plaats kwam. In het hart van de Europese wijk
herinneren de platen voortaan aan een Belgisch stukje Holocaust. Want
Nussbaum vond in Brussel niet alleen bescherming, hij werd er ook
verraden en naar een wisse dood gestuurd.

De plaquette en de herdenking zijn het initiatief van Detlef Neumann,
leraar biologie en aardsrijkskunde aan de Deutsche Schule in Brussel.

Advertentie (4)