De Stichting Individuele Verzekeringsaanspraken Sjoa heeft in het jaar 2004 aan 1153 rechthebbenden 102 oorlogspolissen uitgekeerd voor een totaalbedrag van 358.175 euro. Het aantal aanvragen daalde in 2004 met ca. 60% t.o.v. 2003, voornamelijk omdat geen nieuwe aanvragen meer binnenkomen via de International Commission on Holocaust Era Insurance Claims.
Vanaf de oprichting, eind 1999, tot eind 2004 zijn er 588 polissen
uitgekeerd aan 3.252 rechthebbenden. In totaal is tot nu toe 2.607.338
euro van de beschikbare twintig miljoen gulden uitgekeerd. Dat blijkt
uit het jaarverslag over 2004 dat de stichting binnenkort publiceert.
In 2004 heeft het secretariaat 882 aanvragen ontvangen, gemiddeld 74
per maand. Een fikse daling ten opzichte van 2003 toen nog 2.395
aanvragen binnenkwamen, maar volgens directeur Henk van der Well heeft
dat alles te maken met een achterstand in de verwerking van de
zogenoemde ICHEIC-aanvragen. “De International Commission on Holocaust
Era Insurance Claims, beter bekend onder de naam commissie-Eagleburger,
stuurt alle op Nederlandse maatschappijen betrekking hebbende claims
naar ons door. Sinds 31 december 2003 is het weliswaar niet meer
mogelijk aanvragen bij ICHEIC in te dienen, maar wij hebben in de
tweede helft van 2004 nog veel aanvragen gekregen, die we nog niet
allemaal hebben verwerkt. Als wij het aantal ICHEIC-aanvragen over 2004
doorrekenen, bedraagt het aantal aanvragen vorig jaar zo’n 1.480,
oftewel 123 per maand.”
Tot eind 2004 zijn er in totaal 12.543 aanvragen bij de stichting
ingediend, waarvan er tot nu toe 6714 (in 2004 1.852) zijn afgehandeld.
Dat betekent dat 54% van het totaal is afgehandeld. De aanvragen, die
afkomstig zijn van 2.682 aanvragers, hebben vooral een nationaal
karakter. Maar liefst 61% is afkomstig uit Nederland, 17% uit Israël,
11% uit de Verenigde Staten en nog eens 11% uit overige landen.
Als wordt gekeken naar het totaal aantal ICHEIC-aanvragen dat naar de
stichting is doorgestuurd (1702), dan is daar tot nu toe ruim eenderde
(489) geheel of gedeeltelijk van afgehandeld. In 2004 heeft in tien
gevallen een uitkering plaatsgevonden. Van de 291 beslissingsbrieven
die naar de ICHEIC zijn gestuurd, hadden 206 brieven als hoofdboodschap
dat er ‘geen informatie’ is gevonden. In 74 gevallen is informatie
gegeven over de al uitgekeerde polis(sen) en een aanvraag is niet in
behandeling genomen.
Hoewel de stichting in 2005 prioriteit wil geven aan de
ICHEIC-aanvragen, zal ook de publicatie van een nieuwe namenlijst op
internet de nodige aandacht opeisen. Eind december zijn er 1369 nieuwe
namen op www.stichting-sjoa.nl gepubliceerd.
Het overgrote deel van de uitkeringen in 2004 lag onder de euro 1.000,-
(1.075). Daarnaast heeft 63 keer een uitkering plaatsgevonden tussen de
duizend en vijfduizend, 14 keer tussen de vijf en de tien en een maal
tussen de tien- en twintigduizend euro. De hoogste uitkering bedroeg
euro 11.460.
De Stichting Individuele Verzekeringsaanspraken Sjoa werd op 9 november 1999 opgericht met als doel na te gaan in hoeverre iemand aanspraak heeft op een betaling uit een verzekering van een door de oorlog getroffen verzekerde die vervolgd is vanwege zijn of haar Joods-zijn. Deze verzekering moet zijn afgesloten (geweest) bij een verzekeraar die lid is van het Verbond van verzekeraars. In het verlengde hiervan is het doel van de Stichting om – afhankelijk van de beoordeling door het bestuur – iemand een uitkering toe te kennen. De Stichting Individuele Verzekeringsaanspraken Sjoa is opgericht om |
Bron: