De parasja van de week, voor kinderen verteld. Mosje weet hoe het Misjkan gebouwd moet worden, en nu mag iedereen meehelpen. Er moet heel veel materiaal worden verzameld, en Mosje hoort van G’d wie de leiding krijgt over het bouwen. Er wordt hard gewerkt, tot alles klaar is.Mosje was eindelijk afgedaald van de berg Sinai, waar G’d hem had verteld hoe Hij Zijn Misjkan wilde hebben. En G’d sprak vaak met Mosje, bij zijn tent.
Op een dag riep Mosje alle mensen bij elkaar: "Luister goed, allemaal! Zes dagen mogen jullie werken, maar de zevende dag moet je rust houden. je mag zelfs geen vuur maken. Wees gehoorzaam, anders zul je vreselijk worden gestraft."
G’d had heel precies verteld hoe alles eruit moest zien, en van welke materialen alles moest worden gemaakt. Mosje legde uit dat er heel veel goud en zilver en koper nodig was om het Misjkan en alle dingen die erin hoorden mee te bouwen. En mooie geweven stoffen, en geverfde dierenhuiden, en hout van de acaciaboom die overal in de woestijn te vinden was. Olie moest er komen voor de grote kandelaar, en geurige kruiden voor op het wierookaltaar.
Met zoveel opdrachten was er genoeg te doen voor iedereen. De vrouwen gingen aan de slag om hemelsblauwe, paarsrode en karmozijnrode draden te verven en te spinnen om de stoffen van te weven. Andere vrouwen sponnen geitenhaar en weefden er dikke kleden van, en van vlas weefden ze het fijne linnen voor de kleren van de Kohaniem.
Ze deden hun gouden en zilveren armbanden en oorbellen af en brachten die naar Mosje. Andere mensen brachten hun kostbare kannen en schalen, allemaal om te worden gebruikt voor de woning van G’d.
Al gauw had Mosje veel meer spullen en materialen dan hij voor het Misjkan kon gebruiken. De mensen vroegen zich af wie van alle Israëlieten de zegen van G’d had om het Misjkan en alles wat er in moest komen te maken? "Betsalel uit de stam van Jehoedah wordt de bouwmeester van het Misjkan, en Aholiaw uit de stam van Dan zal hem helpen. En Betsalel en Aholiaw gaan de mensen uitkiezen die mee mogen werken. Zij zullen jullie leren wat je moet weten zodat jullie kunnen helpen bij het bouwen van het Misjkan."
En zo ging het volk Israël aan de slag: er werd gesponnen en geweven, gezaagd en getimmerd, gesmeed en geslepen, net zolang tot alles klaar was en het Misjkan in elkaar gezet kon worden.
Het Misjkan blonk van het goud, en de kleuren van de dekkleden en van het gordijn voor de ingang straalden in de zon. En in het Misjkan stonden de gouden voorwerpen: de gouden ark met daarop twee gouden engelen met hun vleugels wijd uitgespreid, de met goud beklede tafel voor de broden, en de g
