Als het aan de Israëlische legerchef Moshe Yaalon ligt zullen er vanaf 2008 geen Palestijne arbeiders meer in Israël werken. Om veiligheidsredenen was het aantal werkvergunningen voor Palestijnen al drastisch omlaag gebracht.
“Dat heeft alles te maken met wat hier in de afgelopen vier en een half
jaar is gebeurd”, zei Yaalon, doelend op het geweld tussen Israëli’s en
Palestijnen.
Uit de woorden van een anonieme woordvoerder bij Yaalon kan worden
opgemaakt dat Israël de vrije doorvoer van goederen van en naar de
Westoever en de Gazastrook niet zal belemmeren.
Voor de tweede Palestijnse opstand, die eind september 2000 begon,
werkten ongeveer 150.000 Palestijnen in Israël. Hun verdiensten vormden
de kurk waar de Palestijnse economie op dreef. Volgens Yaalon, die
overigens op 1 juni 2005 zijn functie neerlegt, moet de internationale
gemeenschap nu maar gaan meehelpen om op Palestijns grondgebied
arbeidsmogelijkheden te creeren.
De legerchef sprak tijdens de Low-Intensity Conflict Conferentie die momenteel in Tel Aviv wordt gehouden.
Woordvoerders van de Wereldbank noemen 2008 als deadline voor het
beeindigen van de wederzijdse economische afhankelijkheid van Israël en
de Palestijnse Autoriteit te vroeg om praktisch resultaat te hebben.