Nationaal Monument Kamp Vught toont in de intieme expositie ‘In bewaring gegeven’ alledaagse, dierbare voorwerpen die joodse Nederlanders begin jaren ’40 bij familie, vrienden of buren in bewaring gaven om te voorkomen dat ze afgenomen werden door de bezetter. De tentoonstelling wordt gecombineerd met ‘Nog altijd’ met werk van Ronnie Goldstein-van Cleef.
‘In bewaring gegeven’ en ‘Nog altijd’ 3 februari tot 10 april 2005 Openingtijden: dinsdag t/m vrijdag: 10.00 – 17.00 uur Toegang: gratis Nationaal Monument Kamp Vught Lunettenlaan 600, Vught Telefoon: (073) 656 67 64 E-mail: info@nmkampvught.nl |
Bij deportatie mochten joden slechts wat handbagage en maximaal honderd
gulden meenemen. De woning moest intact worden achtergelaten. De
Nederlandse politie nam op de dag van vertrek de sleutels in ontvangst.
Om hun geliefde voorwerpen veilig te stellen, gaven sommigen hun
bezittingen aan iemand in de omgeving. Ook mensen die besloten onder te
duiken, gaven hun spullen in goed vertrouwen aan bekenden, soms ook
onbekenden. De meeste bewaarders probeerden na de oorlog de rechtmatige
eigenaren op te sporen. Omdat ruim 104.000 joodse Nederlanders niet
terugkeerden, bleven veel voorwerpen achter bij de bewaarders.
Een deel van de voorwerpen is in de loop der tijd overgedragen aan het
Herinneringscentrum Kamp Westerbork http://www.kampwesterbork.nl in
Hooghalen. De expositie is samengesteld uit de collectie van het
herinneringscentrum en aangevuld met artikelen in bruikleen. De
artikelen zijn gecombineerd met beschrijvingen over de omstandigheden
waarin het artikel werd afgegeven of gevonden en een levensbeschrijving
van de oorspronkelijke eigenaar. Symbool voor deze huishoudens staat de
‘voordeur?. De expositie is vormgegeven middels ouderwetse kasten,
gevuld met de voorwerpen en hun verhalen te zien, door de bezoeker zelf
te openen. Deze succesvolle voorstelling was eerder te zien in
Herinneringscentrum Kamp Westerbork en het Verzetsmuseum in Amsterdam
en Leeuwarden.
“Charles Frieser en ik waren schoolvrienden. We hebben samen op de Mulo in Rotterdam gezeten. In 1937 deden we eindexamen. We bleven ook daarna met elkaar bevriend. Op een dag in 1943 kwam hij met zijn viool en wat kleren bij me. Hij wilde op mijn kamer onderduiken. Ik werkte zelf in Zwolle en was er dus bijna nooit. Maar eerst moesten we een onderduikplaats voor zijn ouders vinden. Toen dat niet lukte zei hij: ?Ik blijf bij mijn ouders?. Zijn viool bleef bij mij achter.” |
In bewaring gegeven wordt gecombineerd met een tentoonstelling van
penseeltekeningen en gedichten van Ronnie Goldstein-van
Cleef (1921), die hierin haar angsten en ontzetting over de Tweede
Wereldoorlog vorm heeft gegeven. Begin jaren veertig begon zij op
19-jarige leeftijd te schrijven voor ondergrondse kranten. Ook
vervoerde zij joden naar onderduikadressen. Het gezin Van Cleef droeg
geen davidster en bewoog zich met valse papieren in het openbare leven.
In 1944 werd Ronnie verraden en belandde via Kamp Westerbork in
Auschwitz.
Op 28 januari verscheen het boek Nog altijd: Ronnie Goldstein-van
Cleef over jeugd, verzet, concentratiekampen en het leven daarna van Saar Roelofs (euro 15,90, Uitgeverij Ten Have) waarvoor
Goldstein-van Cleef haar indrukwekkende levensverhaal heeft
verteld aan de auteur.
Ook is een aantal gedichten en
tekeningen van Goldstein-van Cleef in het boek opgenomen (meer
informatie: zie