De Israëlische procureur-generaal Menachem Mazuz heeft bepaald dat Israël met onmiddellijke ingang moet stoppen met het onteigenen van Palestijns land en onroerend goed in Oost-Jeruzalem. Het toepassen van de ‘Absentee Property Law’ uit 1950 is daarmee illegaal verklaard.
De wet is ooit opgesteld om Palestijnen te onteigenen die Israël
ontvluchtten na de oorlog die volgde op de stichting van de staat in 1948.
Het Israëlische kabinet heeft de wet in de zomer van 2004 uit de kast
gehaald en zonder verder overleg gebruikt om honderden hectares
Palestijnse grond te confisqueren die sinds de bouw van de
veiligheidsmuur aan de Israëlische kant van de afscheiding is komen te liggen. Velen van de Palestijnse eigenaars kunnen hun
land en huizen sindsdien nauwelijks bereiken, maar van verlaten bezit
is geen sprake, stelt Mazuz, die bovendien zegt niet te zijn
geraadpleegd over de juridische consequenties van het toepassen van de
wet.
De procureur-generaal bepaalde vorige week ook al dat Arabische Israëli’s land moeten kunnen kopen dat in bezit is van het Joods Nationaal Fonds(JNF).
Het JNF beheert grote stukken land die hoofdzakelijk zijn
gekocht met de hulp van buitenlandse donateurs. Tot nog toe werd die
grond alleen aan joodse Israëli’s verkocht. Het JNF weigerde land aan
Arabieren te verkopen omdat dat in
strijd zou zijn met de doelstelling van de organisatie, het bevorderen
van een joodse staat in Israël.