De eerste reacties op de topontmoeting tussen Ariel Sharon en Mahmoud Abbas spreken vrijwel alle van ‘hoopvolle ontwikkelingen’ en een ‘voorzichtig nieuw begin van het vredesproces’. Het Steuncomite Israëlische Vredesgroepen en Mensenrechtenorganisaties SIVMO plaatst echter enkele kritische kanttekeningen, die zonder twijfel de nodige kwade reacties zullen oproepen.
De ontmoeting tussen de Israëlische premier Ariel Sharon en de
Palestijnse president Mahmoed Abbas, die 8 februari plaatsvond in de
Egyptische badplaats Sharm el-Sheikh wordt door velen nu al historisch
genoemd. Het begrip “historisch” suggereert optimisme. Het geeft echter
tegelijkertijd aan hoe ernstig de situatie tot nu toe was, namelijk het
al jarenlang ontbreken van enig vooruitzicht op iets wat op een
vredesproces lijkt. Mogelijk is er een begin van beweging. Zeker nu
premier Sharon en de Amerikaanse president George Bush vinden dat sinds
de dood van Yasser Arafat er weer een partner voor vrede aan
Palestijnse kant is. De democratisch gekozen Palestijnse president
Abbas heeft in ieder geval in recordtijd hun vertrouwen gewonnen. De
grote vraag is echter of er nu, na zoveel mislukte eerdere pogingen,
daadwerkelijk een vooruitzicht op verandering is of dat het om oude
wijn in nieuwe zakken gaat.
Amira Hass: Israël schept reservaten
De bekende Israëlische journaliste Amira Hass is iemand die in
ingewikkelde situaties altijd het hoofd koel weet te houden. Zij
schreef op 2 februari onder de titel ‘Optimisme is een ding, bulldozers
zijn iets heel anders’ een artikel* in de Israëlische krant Ha’aretz,
waarin zij stelt dat er niets mis is met de optimistische stemming die
momenteel heerst in Israël “helemaal niet als dat optimisme gezien
wordt als de oprechte wens van veel Israëli’s om uit de oorlogsroes te
raken en tot politieke onderhandelingen over vrede te komen.” Maar zij
vervolgt met de woorden: “Het wordt een probleem als dat optimisme
werkt als een verdovingsmiddel, en als dat optimisme alleen gaat over
gesprekken en geen belangstelling heeft voor bulldozers.” Zij bedoelt
hiermee te zeggen dat de Israëlische regering ondertussen gewoon
doorgaat met “het scheppen van reservaten”, zoals zij dat noemt. Want
wat is het geval? Ook het afgelopen jaar is de Israëlische bezetting
van de Palestijnse Westoever en de Gazastrook verder geïntensiveerd.
Dit blijkt uit cijfers van zowel Israëlische als internationale
waarnemers. Rapporten en artikelen met koppen als ‘Nederzettingen in
Gaza blijven groeien’ en ‘Nederzettingen krijgen meer financiele steun
dan andere steden’ komen we regelmatig tegen.
Ondanks de luidruchtige aankondiging van premier Sharon dat Israël zich
zal terugtrekken uit de Gazastrook valt er te constateren dat er in de
Gazastrook een toename was van het aantal kolonisten. In de tweede
helft van 2004 is de joodse bevolking hier zelfs met 5% toegenomen. Het
zogenaamde Gaza “terugtrekkingsplan” lijkt dan ook eerder een truc om
een rookgordijn op te werpen en op tal van punten niets te ondernemen,
of zelfs de situatie te doen verslechteren en bijvoorbeeld de greep op
een aantal grote joodse nederzettingen op de Westoever te
verstevigen.
Behoefte aan directe verbetering
Maar goed, Israël heeft in Sharam El Sheikh een aantal beloftes gedaan,
zoals het (voorlopig) niet liquideren van Hamasleiders en de vrijlating
van honderden Palestijnse gevangenen. Maar wat betekenen dit werkelijk?
Uiteraard zal de toekomst dat moeten uitwijzen, maar ondertussen heeft
de Palestijnse bevolking voorlopig nog dagelijks te maken met
bezetting; wegblokkades; het bouwen van een muur rondom de Westoever;
de uitbreiding van de nederzettingen; massale werkeloosheid; het
bulldozeren van huizen; het liquideren van Palestijnen; het
confisqueren van Palestijns land en ga zo maar door.
We kunnen on