Bloedige aanslag bij discotheek Tel Aviv


Een zelfmoordaanslag buiten een discotheek in Tel Aviv heeft vrijdagavond laat het leven gekost aan vier Israëli’s. Vijftig mensen raakten gewond. Ook de dader kwam om het leven. De terreurorganisatie Islamitische Jihad eist de verantwoordelijkheid voor de aanslag op.

De pleger van de terreuraanslag is geidentificeerd als Abdullah Badran,
een 21-jarige student uit het dorp Deir al-Ghoson bij Tulkarem op de Westelijke
Jordaanoever die volgens zijn ouders een gelovig moslim was maar geen
banden onderhield met extremistische organisaties.

In verband met de aanslag heeft de Palestijnse politie zaterdag twee
verdachten gearresteerd. Volgens veiligheidsfunctionarissen in Tulkarem
hebben de opgepakte verdachten banden met de Islamitische Jihad. Het
Israëlische leger pakte acht mensen op, waaronder twee broers van de
dader.

De Palestijnse leider Mahmoud Abbas, die de politie heeft opgedragen de
daders van de “sabotagedaad” op te sporen, hield zaterdag spoedberaad
met zijn ministers en veiligheidstop. Hij zei informatie uit te
wisselen met Israël, de Verenigde Staten en Europa en sprak de hoop uit
dat de aanslag de pogingen om weer vredesoverleg op gang te brengen
niet zal doorkruisen. Israël en de VS hebben gezegd dat Abbas snel en
krachtig zal moeten optreden tegen de extremisten – iets wat Abbas tot
nu toe heeft nagelaten – wil hij het wankele bestand in het
Midden-Oosten kunnen redden. De buitenlandcoordinator van de Europese
Unie, Javier Solana, drong er bij Abbas op aan de daders te arresteren
en onvoorwaardelijk met Israël samen te werken om de veiligheid te
verzekeren. Hij riep de twee partijen op niet in de val te lopen van de
terroristen en te reageren op een manier die geen afbreuk doet aan de
vooruitgang die geboekt is.

De Islamitische Jihad en de andere twee extremistische Palestijnse
groepen, Hamas en de Martelarenbrigades van Al Aqsa, wezen aanvankelijk
elkaar aan als verantwoordelijk voor de aanslag maar de laatste twee
hebben later betrokkenheid bij de aanslag ontkend. Posters ter ere van
de ‘martelaar’ die de groepen bij het huis van de dader plegen aan ten
plakken bleven ditmaal achterwege.

Palestijnse veiligheidsfunctionarissen wezen aanvankelijk naar de
Libanese guerillabeweging Hezbollah als het vermoedelijke brein achter
de aanslag. Ook Abbas suggerreerde, door te verwijzen naar “een derde
partij”, betrokkenheid van de door Iran gefinancierde Hezbollah, die
honderden leden van Palestijnse extremistische groepen op zijn
loonlijst heeft.

Twee regionale leiders van Al Aqsa zeiden na de aanslag in Tel Aviv
vanuit Libanon te zijn gebeld door Hezbollah-lid Kais Obeid, die
vertelde dat hij de aanslagpleger en diens medeplichtigen had
gerekruteerd. Hij vroeg hen op de aanslag namens Al Aqsa op te eisen,
kennelijk om de aandacht van de Hezbollah af te leiden, zeiden zij,
maar dat hadden zij geweigerd. Obeid vertelde hun dat hij voor de
aanslag had betaald, maar gaf geen bijzonderheden over de cel in
Tulkarem die deze had uitgevoerd.

De Hezbollah wees de beschuldigingen zaterdag in een verklaring
“categorisch” van de hand. Eerder had de waarnemend secretaris-generaal
van Hezbollah, sjeik Kassem, al gezegd dat de Hezbollah niets met de
aanslag te maken had en herhaald dat de groep nooit aanslagen in de
Palestijnse gebieden of Israël uitvoert.

De Israëlische minister van defensie Shaul Mofaz zou zaterdagavond na
afloop van de sabbat met de militaire top overleggen, maar het leek
erop dat Israël met vergelding wil wachten om Abbas de tijd te geven
maatregelen te nemen.

Abbas zei dat de aanslag “onze belangen, ons pad en ons doel” schaadt
en dat zijn regering “geen minuut zal aarzelen” om de schuldigen op te
sporen, voor het gerecht te brengen en te straffen. Hij stelde Israël
voor de aanslag samen met de Palestijnen te onderzoeken.

De aa

Advertentie (4)