De Nationaal Democratische Partij NPD en de Duitse Volksunie DVU hebben besloten te gaan samenwerken om het rechts-extremistische gedachtengoed effectiever te verspreiden en bij Duitse en Europese verkiezingen een flinke aanwas te verwezenlijken.
De voorzitters van de twee partijen (Udo Voigt, NPD en Gerhard Frey,
DVU) spraken hun tevredenheid uit over het nieuw gesloten ‘Deutschland-Pakt’ en
verklaarden ‘alleen nog werkelijke
vijanden te zullen bestrijden’, en ‘de broederstrijd’ te zullen laten
varen. Eerdere pogingen van de twee partijen om samen te werken
strandden op de persoonlijke ambities van hun leiders.
De partijen hopen dat de samenwerking bij de in 2006 te houden
landelijke parlementsverkiezingen zal leiden tot een flinke groei.
Uiterst rechts heeft nu geen vertegenwoordigers in het landelijke
parlement, de Bondsdag. De NPD won bij de verkiezingen in 2002 slechts
0,4 procent, lang niet genoeg om de kiesdrempel van 5 procent te halen.
De DVU deed toen niet mee. Aan de Bondsdagverkiezingen van 2006 zal
alleen de NPD deelnemen, maar op haar lijst komen ook zo’n vijftien
DVU-kandidaten te staan. Aanvankelijk wilden de partijen de
verkiezingen met een gezamenlijke lijst ingaan, maar dat is volgens het
wetenschappelijk bureau van de Bondsdag op grond van de kieswet niet
toegestaan.
Na het verkiezingssucces bij de verkiezingen
in de voormalige Oostduitse deelstaten Saksen (waar de NPD 9,2% winst
boekte) en Brandenburg (DVU 6,1%), op 19 september 2004, zijn de
partijen met serieuze toenaderingspogingen begonnen.
In 2003 wilde de regering van bondskanselier Gerhard Schroeder de
NPD door het hoogste rechtslichaam van Duitsland laten verbieden omdat
de partij zou aanzetten tot haat tegen allochtonen en joden. Dat
mislukte omdat het Duitse hooggerechtshof weigerde door de regering
aangeleverde bewijzen te gebruiken die deels gebaseerd bleken te zijn
op verklaringen van betaalde getuigen.