De bijbel is meer dan alleen maar een boek vol verhalen. Dat wil museum Scryption in Tilburg laten zien met de tentoonstelling De Schrift & Het Schrift. Zeer bijzonder is de tentoonstelling van twee zilveren rolletjes waarvan recentelijk bekend is geworden dat ze de oudst gevonden teksten uit de Torah bevatten.
Rode draad in de tentoonstelling vormen de verschillende
bijbelhandschriften, -vertalingen en -drukken door de eeuwen heen. De
tentoonstelling behandelt het ontstaan, de inhoud en de samenstelling
van de Bijbel en de manier waarop in de bijbeltijd in het Midden-Oosten
werd geschreven. Ook wordt getoond hoe de Bijbel in de daaropvolgende
eeuwen is overgeschreven, vertaald en gedrukt.
De expositie is
zeer breed opgezet. Ze begint met afbeeldingen van het spijkerschrift,
rond 2800 voor de gewone jaartelling in Mesopotamie door de
Sumeriers ontwikkeld. De Israëlieten kwamen met het spijkerschrift in
contact tijdens hun ballingschap in het Babel van onder meer koning
Nebukadnezar. Na het spijkerschrift werd rond 2500 voor Christus in
Egypte het hieroglyfenschrift ontwikkeld. Het eerste alfabet, van de
Feniciers, dateert van rond 1000 voor de gewone jaartelling.
Op de expositie is een potscherf te zien met een Oud-Hebreeuwse
tekst (ongeveer 600 jaar voor voor de gewone jaartelling). Verder zijn
klei- en wastabletten tentoongesteld, waarop met een griffel in zachte
klei de tekens konden worden ingedrukt. Als het gaat om hard materiaal
was een ijzeren stift nodig. Voor papyrus was het instrument de rietpen
of de penseel (met behulp van inkt). De Grieken schreven vaak op
wasplankjes met een stylus.
De oudste gevonden teksten die
rechtstreeks uit de Bijbel komen, dateren uit de zevende eeuw voor de
gewone jaartelling. Wel heel bijzonder is de expositie in het
Scryption van twee kleine zilveren rolletjes met daarop een
fragment van een priesterlijke zegening, zoals die voorkomt in het boek
Numeri. Het is het oudste gevonden voorbeeld van een originele tekst
uit de Bijbel en dateert van ongeveer 600 jaar voor de gewone
jaartelling. Wetenschapppelijk onderzoek op de twee kleine, gehavende
rolletjes zilver met inscripties uit de collectie van het Israëlmuseum
in Jeruzalem hebben onlangs uitgewezen dat de vijf boeken van Mozes
honderden jaren ouder zijn dan tot dusver werd aangenomen [zie: joods.nl, 10 januari 2005]. Tot dan toe waren de dode-zeerollen de oudst bekende Torah teksten.
Verder zien we onder andere oude Egyptische papyri die verwijzen
naar de tijd die het joodse volk in Egypte doorbracht en voorbeelden
van spijkerschrift, waarmee een verband wordt gelegd met de tijd van de
ballingschap in Babylonie. De tentoonstelling besteedt ook aandacht aan
de diverse talen en schriften die in de eeuwen voor de jaartelling in
gebruik waren: het Aramees, het Punisch en het Grieks.
De
expositie bezit ook een replica van de beroemde Steen van Rosette. In
het begin van de achttiende eeuw vonden Franse archeologen in het
Egyptische dorpje Rosette een granieten steen met daarop een tekst in
drie verschillende schriften: het hiëroglyfenschrift, het demotische
(volksschrift) en het Griekse schrift. Aan de hand hiervan gelukte het
in 1822 de Fransman Champollion voor het eerst om de geheimzinnige
hieroglyfentekens te ontcijferen.
De ontwikkeling van het
schrift wordt voortgezet in de periode van de Middeleeuwen. De
schrijfcultuur beperkte zich voornamelijk tot de kloosters, waar
monniken de Bijbel met de hand overschreven. Uit de Middeleeuwen zijn
een aantal fraaie handgeschreven Bijbels te zien, zoals een klein
reisbijbeltje (waarschijnlijk uit 1491), de Delftse Bijbel uit 1477, de
Van Liesvelt-bijbel (vertaling van de Bijbel in het Nederlands van de
Duitse Lutherver