De Stichting Alkmaarse Synagoge die zich sinds 1997 inzet voor de aankoop van het gebouw aan de Hofstraat dat ooit synagoge was, heeft van de stichting Maror 150.000 euro subsidie gekregen.
De Stichting Alkmaarse Synagoge
diende een verzoek in om financiele steun bij de pogingen om de
synagoge aan de Hofstraat terug te kopen. Aanvankelijk werd dat verzoek
afgewezen. Maar zaterdagavond kon het bestuur van de stichting de
donateurs op een bijeenkomst in de synagoge verheugd mededelen dat het
bij de stichting Maror ingediend bezwaarschrift effect had gehad.
Met de 150.000 euro van Maror is nu ongeveer 200.000 euro binnen. Het
gebouw aan de Hofstraat is getaxeerd op 450.000 euro. “We zijn er dus
nog niet, maar er is wel voldoende geld om eventueel een hypotheek af
te sluiten”, zegt secretaris A. Troostwijk. Begin februari is hierover
een overleg met financieel adviseur professor A. Heertje.
De Alkmaarse joden moesten de synagoge in 1942 op last van de bezetter
verlaten. In 1952 werd het gebouw verkocht aan de Baptistengemeente.
Die heeft het nog steeds in gebruik. De Baptisten zijn bereid de synagoge aan de joodse gemeenschap terug te
verkopen, mits voor de eigen diensten een geschikt gebouw gevonden
wordt. Noord-Holland boven het Noordzeekanaal telt een kleine 200
joodse gezinnen.
De gemeente Alkmaar heeft onlangs herhaald dat het zijn eigen bestand
aan gemeentelijke, leegstaande gebouwen zal doorlopen om te bezien of
er een geschikt gebouw voor de Baptisten bij is. Het feit dat de joodse
gemeenschap met de Maror-subsidie financieel daadkrachtiger is en geld
op tafel zal kunnen leggen voor de aankoop van het gebouw in de
Hofstraat, maakt het de Baptistengemeente gemakkelijker zelf ook naar
een ander kerkgebouw uit te kijken.
De stichting Maror
is een aantal jaren geleden door de Nederlandse regering in het leven
geroepen om joodse tegoeden te verdelen. Veel joodse tegoeden die in
beheer waren bij banken en verzekeringsmaatschappijen konden niet
worden uitgekeerd omdat de rechthebbenden en hun erfgenamen waren
omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. Uiteindelijk kwam de regering met
de banken en de effectenbeurs overeen dat een bedrag van 525 miljoen
moest worden verdeeld over de joodse gemeenschap. De stichting Maror
kreeg die taak toegewezen. De uitkeringen aan individuele personen zijn
inmiddels afgerond, maar collectieve joodse doelen kunnen periodiek nog
altijd een subsidie-aanvraag indienen.
Bron: Noordhollands Dagblad