Voorwoord: Orange Juice is een nieuw jongerenmagazine dat zich richt op joodse jongeren tussen de 18 en 35 jaar. Uit onderzoek van de initiatiefnemers is gebleken dat de behoefte naar een eigen kwaliteitsblad sterk leeft onder deze doelgroep.
Orange Juice, dat zes maal per jaar zal verschijnen, wil uitgroeien tot een mooi, kwalitatief hoogwaardig blad dat haar lezers intellectueel prikkelt zonder de lol uit het oog te verliezen. De inhoud van het blad loopt uiteen van beschouwende stukken over religie tot recensies van hippe uitgaansgelegenheden, van kritische stukken over de moderne joodse urban-cultuur tot politieke vraagstukken. Met deze brede interesse en de focus op kwaliteit, hoopt Orange Juice zich een duidelijke plaats te verwerven in het huidige aanbod aan (joodse) bladen.
Orange Juice wordt gemaakt door jongeren met verschillende joodse en niet-joodse achtergronden, en heeft daardoor feeling voor wat er onder leeftijdsgenoten speelt. De mix van achtergronden van de makers van het blad weerspiegelt ook een belangrijke motivatie voor het blad: de wens om een magazine te maken voor een breed scala aan joodse jongeren. Orange Juice is er voor iedereen; van religieus tot seculier, van stille intellectueel tot hippe vogel.
Inhoud Helden
De koude, eenzame avonden slepen zich ook deze winter weer stroperig voort | Het kijken van ‘Pimp my Ride’ en andere banale formule-TV is maar beperkt uit te houden, en dus is Orange Juice op zoek gegaan naar inspiratie: naar helden om je de grauwe winter door te helpen.
Orange Juice is niet de enige die deze winter op zoek is naar helden. Mediagigant Disney heeft de filmkenner The Incredibles geschonken, een luchtige film over een wereld waar helden zo gewoon zijn dat ze niet eens meer opvallen. Terwijl Mr. Incredible en Plasticgirl volle zalen trekken, toont Benaiah Moses ons in zijn essay ‘De moderne joodse held’ dat het niet zo eenvoudig is om echte helden te vinden. Hij vraagt zich zelfs af of het wel mogelijk is een lijst van eigenschappen op te stellen die een moderne joodse held zou moeten bezitten. Helden in overvloed vinden we in het verhaal van het traditionele joodse winterfeest: Chanoeka. Jechezkel Frank verwondert zich over het feit dat joden ruim tweeduizend jaar na de wonderbaarlijke herinwijding van de Tempel in Jeruzalem, nog steeds de acht-armige ‘chanoekia’ kandelaar aansteken, terwijl de spirituele essentie van Chanoeka vergeten lijkt te zijn. Vergeten zijn de joden van Berlijn zeker niet, zoals Hester Weil in haar wandeling door de stad laat zien. De joodse gemeenschap in Berlijn heeft zich na de wrede oorlogsjaren, redelijk hersteld. Naast veel monumenten die herinneren aan het roemrijke joodse verleden van Berlijn, zijn veel van de in de Kristallnacht verwoeste synagoges en andere joodse gebouwen nu weer in gebruik genomen door de nieuwe joodse gemeenschap. Nieuwe vormen zijn niet alleen in de architectuur en gemeenschappen van Berlijn te vinden. Josh Singer onderzocht in California of het mogelijk is met een verfrissende beeldtaal en mythologie het joods-zijn uit te drukken. Het verrassende resultaat van zijn beeldonderzoek is bijna net zo onwaarschijnlijk als het gegeven van een orthodox-joodse reggae muzikant. Meir Moses bezocht het eerste Europese concert van Matisyahu in Parijs en sprak met hem over muziek, spiritualiteit en het gevecht dat de mens aangaat met de ‘duivel’. In onze beeldessay-rubriek ‘de moderne wandelende jood’ laten de prachtige foto’s van Esther Erwteman ons zien dat schoonheid en waardigheid echt overal te vinden zijn – zelfs in de hel van een immense, verstikkende en overbevolkte stad als Calcutta. Overbevolking is ook de oorzaak van het langzaam in vervulling gaan van een lang gekoesterde zionistische droom: het bewoonbaar maken