Tova Rosenbloom van de Bar-Ilan Universiteit in Ramat-Gan heeft onderzoek gedaan naar het verkeersgedrag van voetgangers in de ultra-orthodoxe stad Bnei Brak. Ze publiceerde haar bevindingen in het Amerikaanse wetenschappelijke weekblad New Scientist.
Rosenbloom besloot tot haar onderzoek na een veelgehoorde klacht over
de wijze waarop ultra-orthodoxe joden zich als voetganger in het
verkeer begeven. “Automobilisten in Bnei Brak zeggen wel 5 paar ogen
nodig te hebben als ze door de stad rijden. De voetgangers lopen op de
rijweg en steken over zonder op of om te kijken. Alsof ze nog nooit van
trottoirs gehoord hebben.”
Samen met een aantal collega’s verzamelde Rosenbloom gegevens over het
gedrag van ruim 1000 voetgangers in Bnei Brak en in Ramat-Gan, waar de
populatie voornamelijk niet-religieus is.
De resultaten waren opmerkelijk: voetgangers in Bnei Brak bleken
driemaal zo vaak de gangbare verkeersregels te overtreden: ze liepen op
de rijweg, staken zigzaggend over, maakten geen gebruik van zebrapaden,
stapten zonder uitkijken van de stoep op de rijbaan of hielden kleine
kinderen bij het oversteken niet aan de hand. In Ramat-Gan werd
dergelijk verkeersgedrag aanzienlijk minder vaak geconstateerd.
Onderzoekster Rosenbloom sluit niet uit dat dit nonchalante gedrag mede
verklaard zou kunnen worden door het geloof: voor ultra-orthodoxe
gelovigen tellen religieuze wetten en regels zwaarder dan door de staat
of gemeenschap ingestelde. Wellicht kennen streng-gelovige mensen ook
minder angst voor de dood.
En wie denkt dat dit bericht een premature Poeriemgrap is: zie New Scientist, 23 januari 2005