Wat afgelopen zomer begon met een expositie van foto’s van soldaten die in Hebron hebben gediend en van in beslag genomen en nooit teruggegeven autosleutels, is uitgegroeid tot een beweging die breed de aandacht opeist. Stafchef luitenant-generaal Ya’alon ziet zich geconfronteerd met ernstige morele en ethische problemen bij dienstplichtigen in de Palestijnse gebieden.
Op bushaltes bij militaire bases, op treinstations en bij soldaten
thuis zijn de getuigenissen opgetekend. Vijf pas afgezwaaide
Israëlische militairen hebben honderden verklaringen van oud-collega’s
verzameld over de routinematige misdragingen van Israëlische militairen
in de bezette Palestijnse gebieden. De vijf hebben een beweging
opgericht met de naam Wij verbreken de stilte (Shovrim Shtika), die in
Israël aandacht vraagt voor mishandeling van Palestijnen door
publicatie van de getuigenissen.
Bijvoorbeeld die van een 20-jarige eerste sergeant van het
paracommando-bataljon 10: “Soms schieten we gewoon voor de lol. Op
televisieschotels, op waterboilers die zo mooi ontploffen. Onze jongens
stelen: cd’s, dvd-spelers, laptops, we zochten ook altijd naar Johnny
Walker en Chivas.”
Een 19-jarige sergeant van een pantsereenheid zei: “Een officier wilde
de orde handhaven. Hij sloeg een Palestijn tot pulp. Hij beukte op hem
in met de kolf van zijn geweer: in zijn gezicht, in zijn ballen; hij
bespuugde hem, hij schold hem uit en dat alles in het bijzijn van het
zoontje van die man, die helemaal niets had gedaan.”
Een 20-jarige luitenant van de Nahalbrigade in Abu Sneina: “Om de
Arabieren bang te maken liepen we vaak gewoon door de straten en
schoten op de straatverlichting, op winkels en een van mijn soldaten
gooide een brandbom een winkel in. Ik herinner me dat we ons die avond
gelukkig voelden, er is niets cooler dan het geluid van exploderende
straatverlichting. We deden het allemaal met een grote grijns op ons
gezicht.”
Een 18-jarige soldaat van de Nahalbrigade: “In het vluchtelingenkamp
bij Nablus voerden we huiszoekingen uit. In een huis zat een grote
familie naar het EK voetbal te kijken. Exact volgens de voorschriften
dreven we de familie de kamer uit. De tv bleef aan. Wij begonnen naar
de wedstrijd te kijken en binnen tien minuten keek de hele compagnie
mee, inclusief de commandant. De hele tijd zat de familie opgesloten.”
Deze en honderen andere verklaringen zijn te lezen op de Hebreeuwse
website van ‘Wij verbreken de stilte’. In dat laatste zijn de
initiatiefnemers, onder wie reserve-luitenant Ziv Maavar (24) en
reserve-sergeant-majoor Yehuda Shaul, geslaagd. Wat afgelopen zomer
begon met een expositie van foto’s van soldaten die in Hebron hebben
gediend en van in beslag genomen en nooit teruggegeven autosleutels, is
uitgegroeid tot een beweging die ook door stafchef luitenant-generaal
Ya’alon serieus genomen wordt. Hij heeft strenge maatregelen
aangekondigd.
Zeker sinds Yehuda Shaul (23) uitvoerig aan het woord is geweest in het
tv-programma Feit en de dagbladen Ma’ariv en Ha’aretz pagina’s aan hem
en Ziv Maavar wijdden, zoeken afgezwaaide soldaten zelf contact met
‘Wij verbreken de stilte’. Shaul en Maavar willen niet on-the-record
door een buitenlandse journalist geïnterviewd worden. “Wij hebben
afgesproken dat wij ons uitsluitend richten op het Israëlische publiek.
Als wij ook met Nederlandse of Amerikaanse journalisten zouden praten,
verliezen wij geloofwaardigheid. Dat zou zeker beschouwd worden als
verraad van het leger – een geliefd, gerespecteerd instituut – en dus
van Israël”, legt Shaul uit.
Hij is een haredi, een ultra-orthodoxe student aan een religieuze
school. Niet bepaald een linkse querulant die te soft was voor dienst
in de ‘gebieden’.
Hetzelfde geldt voor luitenant Ziv Mazaar, een gedecoreerde officier
van het pantserkorps, die na vierenhalf jaar in Nablus en