De Verenigde Staten treffen een schikking met Hongaarse overlevenden van de holocaust die beweren dat Amerikaanse militairen zich in de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s geconfisqueerde familiebezittingen hebben toegeeigend. Vertegenwoordigers van de families en het ministerie van justitie hebben dat maandag aan een rechter in Miami meegedeeld.
Details van de schikking moeten nog worden uitgewerkt, zegt een raadsman van de nabestaanden. Over de financiele aspecten van de schikking wilden advocaat Sam Dubbin nog niets zeggen: “Er zijn nog belangrijke zaken uit te werken, maar we zijn optimistisch dat die ook zullen worden geregeld” , aldus de raadsman.
“Dit geld brengt mijn ouders, geliefden en mijn zus niet terug. Het maakt me niet uit of ik 1 of 100.000 dollar terugkrijg, ik wil gewoon dat het afgesloten wordt”, verklaarde maandag een Auschwitz-overlevende na afloop van de zitting desgevraagd. Veel Hongaarse joden die de holocaust overleefden, wonen in het Amerikaanse Miami en omgeving.
De deal heeft echter ook betrekking op overlevenden die in Australie, Israël en elders wonen. Volgens advocaat Sam Dubbin, betrokken bij de rechtszaak tegen de Verenigde Staten, kunnen mogelijkerwijs tussen de 30.000 en 50.000 mensen aanspraak maken op een deel van de uitbetaling.
Amerikaanse militairen troffen in 1945 in Oostenrijk een trein met 24 wagonnen aan die was volgeladen met kunst en huisraad die naar schatting 200 miljoen dollar waard was. Het Amerikaanse leger zou zich ten onrechte de kostbaarheden hebben toegeeigend die toebehoorde aan Hongaarse joden. De lading zou vandaag de dag een waarde vertegenwoordigen die tien keer hoger ligt.
Bron: deTelegraaf , 20 december 2004
Het boek ‘Gold Train’ gaat over de treinroof.