Deze week gaat de film “Alexander the Great”, met in de hoofdrollen Colin Farrel en Leonardo di Caprio, in de bioscopen draaien. De film gaat over de indukwekkende militaire carriere en het opzienbarende persoonlijke leven maar aan zijn complexe relatie die hij had met de joden wordt in de film voorbij gegaan.
Alexander de Grote werd in 356 v.d.g.j. geboren als zoon van Phillip
II, de koning van Macedonie. Al vanaf jonge leeftijd liet hij zien dat
hij een militair talent bezat. Hij werd dan ook al op 18 jarige
leeftijd bevelhebber van het leger van zijn vader. In 336 v.d.g.j. werd
hij koning en twee jaar later viel hij met een groot leger het
Perzische rijk binnen. Zijn rijk zou zich uitstrekken van Egypte tot
India. Tijdens zijn veroeveringen zouden steden worden geplunderd en
werd het Hellenisme een feit.
Deze geschiedenis wordt verteld in de grote Hollywood productie. De
ontmoeting van Alexander de Grote met de joden zult u niet terugvinden
in deze film, terwijl die heel bijzonder is.
Palestina werd op weg naar Egypte veroverd maar dit gebeurde zonder
grote plunderingen en Jeruzalem bleef gespaard. Volgens de Talmoed en
joodse historici kwam dat doordat de Hoge Priester van de Tempel
Alexander de Grote tegemoet ging om vernietinging van de Tempel te
voorkomen. Op het moment dat Alexander de Priester zag knielde hij en
dat deed hij nooit, voor niemand. Toen Alexander gevraagd werd waarom
hij knielde verklaarde hij dat hij niet knielde voor de Hoge Priester
maar voor de G’d die hem tot Priester heeft gemaakt. Hij had het
voorval in zijn dromen gezien en beschouwde het als een goed voorteken
en spaarde Jeruzalem.
Bron: www.aish.com