De Israëlische minister van Toerisme en zijn Palestijnse tegenhanger gaan samenwerken om het toerisme in de regio te promoten. Het akkoord werd woensdag in Jeruzalem door beide partijen ondertekend.
Tijdens een bezoek aan Nazareth het afgelopen weekeinde heeft de Israëlische minister van Toerisme, Gideon Ezra, gezegd dat hij besprekingen is begonnen met de Palestijnse minister van Toerisme, Matri Abu Aita. Doel is een gezamenlijke persconferentie te beleggen waarbij christenen in de hele wereld ertoe worden opgeroepen Jeruzalem en Bethlehem te bezoeken. Men hoopt dat door de oproep vooral rond het komende Kerstfeest meer christenen Israël zullen bezoeken.
Minister Ezra zou tijdens het bezoek aan Nazareth ook hebben gezegd dat het voor toeristen gemakkelijker moet worden om Bethlehem te bezoeken. Hoewel de afstand tussen Jeruzalem en Bethlehem amper 10 kilometer bedraagt, kunnen toeristen door de militaire checkpoints bijzonder moeilijk van de ene naar de andere stad reizen. Sinds de start van de tweede Palestijnse opstand lijdt de toeristensector in Bethlehem, een stad onder Palestijns zelfbestuur, dan ook een zieltogend bestaan. De burgemeester van Nazareth, Ramez Jeraisy, stelde tijdens het bezoek van de Israëlische minister van Toerisme dat ongeveer de helft van het aantal christenen dat Israël bezoekt ook zijn stad aandoet. Nazareth is een Israëlische stad met zo’n 60.000, voornamelijk Arabische, inwoners. Het is daarmee de grootste Arabische stad van het land. In de wijk Nazerat Illit (Hoog-Nazareth) wonen ongeveer 30.000 joodse Israëliers. Minister Ezra zei het belang van Nazareth als toeristische bestemming te erkennen. Wel moet er volgens hem gezocht worden naar oplossingen voor de verkeersproblemen in de stad. De aanleg van een kabelbaan naar de Kerk van de Geboorteaankondiging zou volgens hem zo’n oplossing kunnen zijn.
Enige tijd geleden ondertekenden leiders van kerken en christelijke organisaties in Jeruzalem al een verklaring die de pelgrimage naar Israël zou moeten bevorderen. Die bijeenkomst, eveneens georganiseerd door het Israëlische ministerie van Toerisme, werd bijgewoond door enkele tientallen oosters-orthodoxe, rooms-katholieke, protestantse en evangelische christenen en door de minister van Toerisme Ezra. “We beloven plechtig onszelf toe te wijden aan de bevordering van de pelgrimage naar het Heilige Land”, aldus de proclamatie.
Volgens de verklaring betekent een bezoek ook steun aan de christelijke gemeenschappen in Israël, die steeds kleiner worden.
In het jaar 2000 – dat alle records brak – verwelkomde Israël 2,6 miljoen bezoekers, waarvan 1,5 miljoen christenen. Door de Palestijnse opstand die in 2000 uitbrak, is het aantal christelijke toeristen drastisch teruggelopen. De meest recente cijfers bieden reden tot optimisme: in de eerste 6 maanden van dit jaar arriveerden 216,000 christenen, tegenover 219,000 voor geheel 2003. Pelgrimages met een bezoek aan plaatsen uit de Bijbel kwamen al in de vierde eeuw op gang. Behoudens de veiligheidssituatie niet dramatisch verslechert dit jaar, verwacht het Ministerie van Toerisme rond de jaarwisseling tenminste 500,000 christelijke pelgrims (Bron: prleap, Voor het jaar 2004 verwacht het Ministerie in totaal 1,5 miljoen toeristen – christelijk, joods en andere.
Ondanks de onveilige situatie in Israël als gevolg van aanslagen door Palestijnse terroristen op bussen en openbare gelegenheden, bleven
vooral evangelicale christenen uit de Verenigde Staten en Europa het land bezoeken.
Bron: oneway , 25 november 2004