Miljoenen sprinkhanen zijn sinds zondagmiddag vanuit Egypte via Eilat begonnen aan hun trektocht naar het noorden. De insecten verspreiden zich ook richting westelijke Negev en zijn al gesignaleerd in Ein Bokek aan de Dode Zee, bij Kiryat Gat en zelfs in Jeruzalem en Tel Aviv.
Sprinkhanen vormen de achtste van de tien plagen waarmee God de farao
dwong de joden uit Egypte te laten vertrekken. Maar gisteren leken de
inwoners van Eilat, in het uiterste zuiden van Israël, weinig ingenomen
met de nieuwe uittocht uit Egypte. Kinderen vroegen al of na de achtste
plaag de negende zou volgen en Eilat in duisternis zou gehuld zou
worden. Een rabbijn, gespecialiseerd in de mystieke kabbala, gaf de
schuld voor deze plaag aan de armoe en ried de Israëli’s aan de armen
te helpen en zo de plaag te verdrijven.
Ten noorden van Eilat besproeiden de kleine vliegtuigjes de ui-, peper-
en meloenvelden met hun gif. Maar de voornaamste hoop was gevestigd op
de weersvoorspelling die koelere lucht beloofde. Sprinkhanen blijven
bij koud weer liever aan de grond en dat vergemakkelijkt de
bestrijding.
De westelijke Negev produceert ca. 50% van de totale aardappeloogst,
voornamelijk voor de export, verder worden er fruit, groente en
bloemen. Omdat alles in de open lucht of onder halfopen kassen gebeurt
zijn deze gebieden bijzonder kwetsbaar.
Tot gistermiddag hadden de Israëli’s zich voornamelijk vrolijk gemaakt
over de Thaise gastarbeiders die zich naar het zuiden hadden gespoed om
sprinkhanen te vangen. In Thailand gaan de dieren door voor een exquise
lekkernij. Het recept leverden de kranten er gisteren bij, met en
zonder knoflook. De mededeling dat de sprinkhaan koosjer is, en dus
gegeten mag worden, ontbrak niet.
Toch is over het kasjroet van sprinkhanen een discussie
ontstaan: rabbijnen buigen zich nu over de vraag of de insecten die nu
over Israël uitzwermen wel van dezelfde soort zijn als die in de Tora
(Vajjikra/Leviticus 11:22) koosjer zijn verklaard.
Het is nog altijd in vele landen goed gebruik om deze zo gezond etende
insect tot poeder te vermalen en te bewaren voor slechtere tijden, of
voor op de trek.
En misschien, zo suggereerde iemand, was dit wel het manna dat indertijd uit de hemel was komen vallen.
Bron: o.a. Trouw, 22 november 2004
Lees ook: Everything you always wanted to know about locusts