Rabbijn Awraham Soetendorp (LJG) was een van de twee sprekers tijdens een themabijeenkomst over de betekenis van Iftar, het verbreken van het islamitische vasten, die de studentenvereniging MashriQ maandag had georganiseerd in de Haagse Hogeschool.
Rabbijn Soetendorp richtte zich in zijn toespraak op het belang van een
‘fatsoenlijke samenleving waarin niemand vernederd of gestigmatiseerd
wordt’.
Tijdens de laatste anderhalf uur vasten van de dag kregen bezoekers
informatie via de toespraken van Soetendorp en ex-imam Abdullah
Haselhoef, amusement en bij de entree een paar dadels aangeboden.
Tijdens de bijeenkomst werd veelvuldig gerefereerd aan de dramatische
gebeurtenissen van de afgelopen week, met de moord op filmmaker Theo
van Gogh en de aanvallen op een islamitische school en enkele moskeeen
als dieptepunten.
Haselhoef haalde in zijn toespraak fel uit naar de moordenaar van Theo
van Gogh. ‘De meest gevaarlijke vorm van boosheid, is die, die
schuilgaat achter vroomheid’, aldus Haselhoef, die zijn publiek verder
voorhield dat in de islam zelfreflectie en zelfkritiek een voorname rol
spelen, helemaal tijdens de vastenmaand ramadan. ‘De islam is niet
eigen rechtertje spelen om wat voor reden dan ook’.
De volgepakte aula van de Haagse Hogeschool onthaalde Soetendorp op een
warm applaus. De rabbijn stak de studenten een hart onder de riem. ‘Ik
ben ontroerd dat ik in jullie midden mag staan’, zei Soetendorp. ‘Wij
weten net als jullie wat het betekent om gestigmatiseerd te worden’.
De bijeenkomst was georganiseerd door MashriQ,
een studentenvereniging die zich richt op de steeds groter wordende
groep Oosterse jongeren die in Nederland geboren en getogen zijn, of
die al heel jong naar Nederland zijn gekomen in het kader van
familiehereniging. MashriQ heeft een kleurrijke achterban van
Indiaas-Pakistaanse, Marokkaanse, Turkse, Surinaamse en Nederlandse
jongeren en stelt zich ten doel vooroordelen en misvattingen op zowel
cultureel als religieus gebied te doorbreken.
Vrijdag reageerde rabbijn Soetendorp op de brief die Mohammed B. op het
lichaam van Theo van Gogh had achtergelaten. “Ik ben niet verbaasd over
de passage over joden”, aldus Soetendorp.
“De joodse gemeenschap is zich al jaren bewust van het soort
bedreigingen als in die brief. Aan de andere kant zien we gelukkig dat
de joodse gemeenschap is gegroeid. We leven in de overtuiging dat een
samenleving respect en vrijheid kent.”
In de brief schrijft B. onder meer over de ideologie van
VVD-fractieleider Van Aartsen “waarin niet-joden als niet-mensen worden
gezien”. Ook refereert hij aan burgemeester Cohen die zou vinden dat
joden mogen liegen tegen niet-joden.
Soetendorp noemt de moord op cineast Van Gogh en de nasleep ervan “een
ernstige ontwikkeling”. Hij meent dat de alertheid moet toenemen. “Alle
maatregelen moeten worden genomen om het gewone leven doorgang te laten
vinden. Onze veiligheid moet worden gewaarborgd. Niemand moet zich
alleen en onveilig hoeven te voelen”, aldus Soetendorp. Hij benadrukt
dat dat niet alleen voor de joodse gemeenschap geldt, maar voor de hele
Nederlandse samenleving.
De rabbijn meent dat het zichtbaar maken van de saamhorigheid in
Nederland een belangrijk tegengeluid is voor extremistische gedachten.
“Het is angstaanjagend wat een aantal individuen teweeg kan brengen. De
samenleving moet daar iets tegenover stellen. We moeten saamhorigheid
tonen, de cohesie tussen bevolkingsgroepen en religies bevorderen en
fatsoenlijk burgerschap versterken.”