Parsja 09 Chajee Sara (Beresjiet/Genesis 23:1-25:19)


CHAJEE SARA (het leven van Sara). Sara sterft op de leeftijd van 127 jaar. Awraham rouwt over haar en wil haar begraven in de spelonk Machpela. Maar die is in het bezit van Efron, een Chitiet. Awraham koopt de spelonk.

Daarna draagt Awraham zijn trouwe knecht op een goede vrouw voor
Jitschak te zoeken maar geen Kena’anietische. De knecht zweert dat hij
uit de familie van Awraham een vrouw zal zoeken, waartoe hij naar Aram
Nacharajiem reist. Hij heeft grote geschenken meegenomen. Onderweg
vraagt de knecht G’d dringend hem een bepaald teken – dat hij zelf
vaststelt – te geven wanneer de juiste vrouw opdoemt. De knecht
arriveert bij een bron als ook Rivka verschijnt en hem op zijn verzoek
te drinken geeft en ook de kamelen drenkt. Dat is precies waar de
knecht G’d om gevraagd had! De knecht wordt ontvangen in het ouderlijke
huis van Rivka, waar hij zijn verhaal vertelt; na enige tijd wordt men
het erover eens dat Rivka, na ook haar instemming gevraagd te hebben,
dat Rivka met de knecht naar Jitschak meegaat. Jitschak en Rivka
trouwen. Hij bemint haar en troost zich over de dood van zijn moeder.
Awraham hertrouwt met Ketoera, die zes kinderen krijgt, maar Awraham
zendt hen allemaal – met geschenken – weg. Awraham sterft op de leeftijd
van 175 jaar; hij werd door Jisjmaeel en Jitschak in de spelonk
Machpela begraven.


Numerieke gegevens:

Chajee Sara is de 5e sidra van Bereesjiet. Bevat geen mitswot.

Awraham was in niveau gestegen, na zijn tiende beproeving op de berg
Moria. Maar niet alleen Awraham was gestegen, ook Jitschak was op een
hoger niveau gekomen. Wij leiden dit af uit de pasoek “en beiden gingen
samen” (22:8). Zij gingen beiden samen omdat Jitschak – die toen 37
jaar was – precies wist wat er zou gebeuren. Niettemin ging hij
vrijwillig met zijn vader mee. Awraham erkende toen wat voor een
persoonlijkheid Jitschak was. Pas toen besefte Awraham welk een
spiritualiteit Sara had bereikt. Een kind van het niveau van Jitschak,
die vrijwillig meeging naar de Akeda, toont het karakter van Sara. Zo’n
kind groeit niet vanzelf op, hij wordt opgevoed door een moeder die een
geweldig niveau van Jirat Sjamajiem (G’dvrezendheid) aanleert. Onze
Geleerden vertellen ons, dat Awraham van de Akeda (het binden van
Jitschak) kwam om Sara te bewenen. Met deze opmerking benadrukken onze
Geleerden, dat Awraham pas bij de Akéda de ware grootheid van Sara’s
persoonlijkheid inzag en de bijdrage, die zij had geleverd aan het
geestelijke niveau van haar afstammeling(en).

Awraham moest tien beproevingen doormaken, waarvan de kroon werd
gespannen door de Akeda. Nu werd het G’d duidelijk, dat Awraham Hem
niet alleen diende met liefde, maar ook met een enorm ontzag en vrees.
De Akeda vereiste een geweldige gehoorzaamheid. Tot op de dag van
vandaag beroepen wij ons op de verdienste (zechoet) van onze eerste
Aartsvader bij de Akéda.
Werd Awrahams leven na de Akeda makkelijker en aangenamer? Nee! Awraham
kwam terug van de Akeda en het eerste waarmee hij geconfronteerd werd,
was het overlijden van Sara. Hoe kon zo’n rechtvaardig man getroffen
worden door zo’n vreselijk lot? Awraham moest tot zijn schande in
discussie gaan met het gewone volk. Awrahams grootste en laatste
(elfde) beproeving was inderdaad de hoogste ladder van zijn geestelijke
ontplooiing: het lukte hem om G’ds rechtvaardigheid niet in twijfel te
trekken, terwijl hij na het hoogtepunt in zijn religieuze groei zijn
dierbare vrouw verloor en deze verheven ervaring niet meer met haar kon
delen en tot overmaat van ramp nog in discussie moest gaan met een
oneerlijk man als Efron over de eigendom van Sara’s graf  en de
spelonk Machpela.


Koheen, 1e alija, 23:1-16

Sara overlijdt en Awraham koopt een graf voor haar

Advertentie (4)

Wekelijkse Nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief (of klik op het kruisje rechtsboven)