Het Holocaust-herdenkingsinstituut Yad Vashem in Jeruzalem heeft een databank op internet gezet met de namen van de drie miljoen geregistreerde slachtoffers van de Shoa. Het doel van het project is de slachtoffers te gedenken als individuele menselijke wezens.
Yad Vashem verwacht in de komende jaren nog veel meer namen van
holocaustslachtoffers te achterhalen en te publiceren. De databank is
gebaseerd op de documenten die overlevenden van de holocaust sinds 1955
over hun omgekomen familieleden, vrienden en kennissen hebben ingevuld
en op namenlijsten van slachtoffers die in het bezit van Yad Vashem
zijn gekomen. Op de documenten – ‘pagina’s van getuigenissen’ –
genoemd, staan de naam van het slachtoffer, zijn of haar geboortedatum
en geboorteplaats, de woonplaats, beroep, de namen van ouders en
echtgenoten en de plaats waar het slachtoffer is omgekomen. Indien
mogelijk wordt er een foto aan de naam toegevoegd.
Door de publicatie van de namen op internet hoopt Yad Vashem
overlevenden aan te moedigen de nog niet-geregistreerde namen op te
geven. “We bereiken een historisch cruciaal uur”, aldus de voorzitter
van het Yad Vashem directoraat, Avner Shalev. “Dit is een race tegen de
tijd. We moeten zoveel mogelijk namen vastleggen voordat de generatie
die ze zich het beste herinnert, niet meer met ons is. We roepen de
families wereldwijd op te helpen de herinneringen van hun voorouders te
eren door hun namen vast te leggen.”
De databank geeft tientallen variaties voor elke naam, omdat er
verschillende spellingen, bijnamen, talen en synoniemen zijn gebruikt.
Ongeveer honderdduizend pagina’s met getuigenissen zijn voorzien van
een foto van de omgekomen persoon. Van de geregistreerde slachtoffers
zijn 338 in de VS geboren, 468 in het gebied dat Israël zou worden,
99.215 in Frankrijk en 115.977 in Nederland. De gegevensbank heeft
namen van 43.403 artsen, 290.492 leerkrachten, 2552 industrielen en 43
chassidische hoofdrabbijnen. De pagina’s verschijnen in veertien
verschillende talen, waaronder het Hebreeuws, Jiddisch en Nederlands.
“De onlinedatabank creeert een link niet alleen met de doden, maar ook
tussen de levenden en met het Joodse volk”, aldus Nobelprijswinnaar
Elie Wiesel, die onlangs een getuigenispagina invulde over zijn vader
Shlomo. “Het versterkt de connecties tussen families, steden en
gemeenschappen. Het maakt verder meer bewust en het verdiept het gevoel
van herinnering.”
Wiesel sprak de aanwezigen in Yad Vashem gisteren via een video toe.
Ook Simone Veil, de vroegere voorzitter van het Europees Parlement, en
de Israëlische premier Ariel Sharon gaven videoboodschappen.
De getuigenissenpagina’s bieden ook onderwijsmogelijkheden over de
omstandigheden van de slachtoffers. Via de pagina over een arts uit
Lodz, bijvoorbeeld, die vermoord werd in Chelmno, kan de gebruiker van
de databank informatie ontvangen over beroepen die door de Joden
uitgeoefend werden in de jaren dertig, over de stad Lodz en over het
dodenkamp Chelmno. “Je kunt niet alleen van een persoon, maar ook van
een familie en een gemeenschap een zeer groot beeld creeren”, aldus
Chaim Gertner, de directeur van de afdeling die leerkrachten traint de
holocaust te onderwijzen. De interactieve lessen zijn geschikt voor
scholieren vanaf ongeveer veertien jaar en zijn in het Hebreeuws en
Engels.
Alexander Avraham, de directeur van de Hal van de Namen, de plaats in
Yad Vashem waar de papieren getuigenissen bewaard worden, zegt dat Yad
Vashem per jaar ongeveer een miljoen nieuwe bladzijden aan gegevens
ontvangt. Daaronder zijn veel lijsten van namen die gemaakt zijn in
kampen of getto’s. Hij is ook geinteresseerd in name lijsten die al
voor de Tweede Oorlog zijn opgesteld. Het doel is, deze lijsten te
vergelijken met de lijsten van overlevenden. “Degenen die ontbreken
zijn potentiele slachtoffers. We verzamele