LJG: Sidra Wajeetsee, Bereesjit (Genesis) 28:10-32:3


Op zijn tocht kwam hij bij een plaats waar hij bleef overnachten omdat de zon al was ondergegaan. Hij pakte van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. (Bereesjit [Genesis] 28:11)

HET COMMENTAAR VAN DE WEEK

Rasji
schrijft: “legde die onder zijn hoofd”  Hij
(Ja’akov) schikte ze in de vorm van een zinkputje rondom zijn hoofd uit
angst voor wilde dieren (Bereesjit Rabba 68). Zij (de stenen) begonnen
onder elkaar te ruzien. Een zei: “op mij zal deze rechtschapen man zijn
hoofd te rusten leggen”, en een andere zei: “laat hem op mij rusten.”
Meteen daarop voegde de Heilige gezegend zei Hij ze samen tot een
enkele steen! Dit nu verklaart waarom er geschreven staat: “Ja’akov
zette de steen die hij als hoofdsteun had gebruikt rechtop…”
(Bereesjit 28:18).

Klik op het logo om op de website van de LJG verder te lezen.

Advertentie (4)