Invoerrechten op import uit Palestijnse gebieden


Israël moet van de producten die het naar de Europese Unie exporteert aangeven waar ze zijn gemaakt. Douane-instanties in de EU moeten op producten die uit de Palestijnse gebieden afkomstig zijn invoerbepalingen gaan toepassen.

Dit is de kern van een overeenkomst die eurocommissaris Frits
Bolkestein heeft gesloten met de Israëlische regering. Met deze
overeenkomst, zo zeggen goed geinformeerde bronnen, hoopt de EU een
langlopend handelsconflict met Israël op te lossen.

De EU protesteert al jaren tegen de Israëlische praktijk om producten
uit de bezette gebieden een ‘Made in Israël’-certificaat mee te geven,
terwijl de gebieden volgens het internationale recht niet tot het
grondgebied van Israël behoren. Onder het EU-Israël Associatie-akkoord
krijgen de producten hierdoor vrijstelling van invoerrechten. De
bezette gebieden behoren volgens het internationaal recht niet tot het
grondgebied van Israël.

Een woordvoerder van de Europese Commissie stelt dat Israël zich nu
heeft neergelegd bij bezwaren van de EU. ‘Uit de regeling blijkt dat
wij de claims van Israël niet accepteren.’

De armoede in de Palestijnse gebieden is in vijf jaar tijd meer dan
verdubbeld. In 1999 leefde 20 procent van de inwoners onder de
armoedegrens, inmiddels is dat percentage opgelopen tot 47. De
voornaamste oorzaak is de afsluiting van de Palestijnse gebieden door
de Israëlische autoriteiten. Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd
rapport van de Wereldbank.

Vier jaar na het uitbreken van de tweede intifada in september 2000
zijn de Palestijnse gebieden in een diepe recessie gedompeld. De
blokkades die de Israëliers in de vorm van afscheidingen hebben
opgeworpen, vormen een groot obstakel om de economie normaal te laten
functioneren, stelt de Wereldbank. ‘Door de blokkades is de Palestijnse
economie gefragmenteerd geraakt, zijn de kosten verbonden aan zakendoen
gestegen en is de voorspelbaarheid die nodig is voor een goed
investeringsklimaat vernietigd’, zegt Nigel Roberts,
Wereldbankdirecteur voor de Westelijke Jordaanoever en Gaza.

Bronnen: Financieel Dagblad, 24 november 2004 en Volkskrant, 24 november 2004

Advertentie (4)