In Breda is dinsdagavond de Kristallnacht herdacht met een tocht langs de kathedraal, de Turkse moskee, de synagoge en het stadspark Valkenberg waar een plaquette met de tekst van het discriminatieverbod uit de grondwetligt. Thema van de herdenking was ‘Leren van de geschiedenis’.
Onder de ca. 100 deelnemers aan de tocht waren vertegenwoordigers van
zowel de christelijke als de joodse en de islamitische
geloofsgemeenschappen in Breda. Ook burgemeester Van der Velden en
wethouder Heerkens liepen mee.
De Kristallnacht in 1938 is de geschiedenis ingegaan als het begin van
de georganiseerde jodenvervolging door de nazi’s. In Duitsland kwamen
die nacht bijna honderd joden om, werden 7500 winkels verwoest en 267
synagogen in brand gestoken. 30.000 joden werden opgepakt.
In zijn openingsspeech zei Van der Velden dat met de moord op Theo van
Gogh de vraag waar we 66 jaar na de Kristallnacht staan als
samenleving, zeer actueel is. “Leren we van de geschiedenis of laten we
alles steeds opnieuw gebeuren? Maken we dezelfde fouten opnieuw, of
kunnen we als samenleving een slag maken om verder te komen?”
Na afloop van de tocht was er in het Chasse-theater een forumdiscussie
met als achtergrond het eeuwenlang vreedzaam samenleven van moslims en
joden in Marokko.
De rabbijnen van de Liberaal Joodse Gemeentes in Nederland hebben aan
de vooravond van de Kristallnacht een verklaring uitgegeven. Daarin
noemen ze de Kristallnacht “een waarschuwing om alert te blijven en de
grondbeginselen van vrijheden en wederzijds begrip te allen tijde te
beschermen.”
