Zangeres Chava Alberstein, een van Israël’s meest geliefde artiesten, en met de ruim 50 LP’s en CD’s die ze sinds het eind van de jaren ’60 heeft opgenomen, ook een van de meest productieve, verzorgt het openingsconcert van het 11e Internationaal Joods Muziek Festival Amsterdam.
Chava Alberstein werd geboren in 1946 in Szczecin, Polen, kort na het
einde van de Tweede Wereldoorlog. Haar ouders wisten de nazivervolging
te overleven, maar de rest van Alberstein’s familie werd in de
Holocaust vermoord. In 1950 verhuisde het gezin naar Israël. “Ik
groeide op temidden van immigranten. Iedereen moest in een nieuw land
een nieuw leven op poten zetten en leren denken in een nieuwe taal.
Maar thuis werd ook Jiddisj, Pools en Russisch gesproken.”
Alberstein kwam terecht in het spanningsveld tussen de oude wereld met
haar onpeilbaar tragische verleden en de jonge staat Israël waar zelfs
de taal, het modern Hebreeuws, nog maar enkele decennia oud was.
Begin jaren zestig leerde Alberstein de muziek van Amerikaanse folk
singers zoals Joan Baez, The Weavers en Pete Seeger kennen. Zij werden
haar grote voorbeeld en inspiratie, diep geraakt als ze was door de
oprechte betrokkenheid die uit hun muziek sprak.
De vondst van twee stokoude boeken met Jiddisje liedjes, behorend tot
het weinige dat de familie had kunnen meenemen uit Polen, wees haar de
weg naar een eigen stijl. Ze begon op te treden met wat ze zelf
‘Oost-Europese folk music’ noemde, zichzelf begeleidend op gitaar. Haar
collectie bundels met Jiddisje muziek en gedichten groeide gestaag.
Haar eerste plaat maakte Alberstein nog voor haar 18e verjaardag.
“Commercieel was dat niet zo handig, al die oude liedjes gezongen door
een jong iemand. Jiddisje liederen hoorde je in die tijd alleen
uitgevoerd als een soort halve opera-aria’s. Je zou kunnen zeggen dat
ik door Jiddisj repertoire te gaan zingen de boodschapper ben geworden
die mensen eraan herinnert dat er ooit nog een andere wereld heeft
bestaan.”
Niemand had verwacht dat de plaat zo’n succes zou hebben, en dan met
name bij jonge mensen. “Daar kwam ik met mijn gitaar en zong de muziek
die mij inspireerde, zoals zoveel jonge zangers overal ter wereld dat
net zo deden.”
Later breidde Alberstein haar repertoire uit met Hebreeuwse liederen,
maar tot op de dag van vandaag keert ze terug naar de wortels van haar
kunstenaarschap, het Jiddisje lied. “JIddisj is deel van mijn
identiteit als artiest en als mens. Als ik Hebreeuws zing klink ik wat
bozig, en cynisch, omdat ik nog altijd bezig ben mijn nieuwe identiteit
in een nieuwe wereld te bevechten”, zegt ze in het cd-boekje bij
‘Yiddish songs’. “Het is dezelfde stem, maar hij komt vanuit een andere
ziel.”
In Israël wordt Alberstein regelmatig aangevallen op haar linkse
politieke denkbeelden die ze bepaald niet onder stoelen of banken
steekt. Tijdens de eerste Palestijnse opstand nam ze een traditioneel
Pesachliedje op met extra tekst waarin ze kritiek leverde op de
Israëlische politiek. Sommige radiostations weigerden het liedje te
draaien, en Alberstein werd meermalen met de dood bedreigd. “Het is
mijn absolute overtuiging dat kunstenaars kritiek moeten uiten op hun
regering, waar ook ter wereld. Wij zijn geen politici die alles in het
werk stellen om de steun van onze kiezers te krijgen. Wij hebben de
verplichting te zeggen wat wij voelen en vinden. Als kunstenaar heb je
de plicht je af te vragen welke plek je in de wereld inneemt.”
Kaarten voor het openingsconcert van 11e Internationaal Joods Muziek
Festival zijn uitsluitend rechtstreeks te bestellen bij Nieuwe de la
Mar Theater, 020-5305302.
Buiten de kassa-openingstijden (dagelijks van 11.00-18.00 uur) is het
mogelijk om kaarten te kopen bij de AUB-Ticketshop op het Leidseplein.
De AUB Ticketshop is van maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot
18.00 uur en donderdag