De laatste dag van de komende Jamiem Towiem (feestdagen) dansen wij op Simchat Tora met de Tora. Rabbijn R. Evers legt uit hoe de Tora-rol tegenwoordig wordt geschreven en wat de achtergronden zijn van de Sefer-Tora.
Precies 3317 jaar geleden vond de meeste monumentale gebeurtenis in de
Joodse geschiedenis plaats, de wetgeving op de berg Sinai. Toen Mosje
omhoog klom om de Tora te ontvangen, trof hij G’d aan die bezig was met
het vlechten van kroontjes boven de letters. Mosje vroeg toen:
“Heer der Wereld, waarom laat u het niet bij de letters en voegt u er
nog kroontjes aan toe”? G’d antwoordde : “Na vele generaties zal
er een man komen, Rabbi Akiva ben Jozef geheten. Naar aanleiding
van de kroontjes zal hij de ene halacha naar de andere voordragen”.
De openbaring op de Sinai was eenmalig maar G’d voorzag de Tora van
dynamische elementen, de kroontjes, die statische tekst zouden
verbinden met de eeuwig stromende Bron van inspiratie. Het
mysterie van de Hebreeuwse letters en het schrijven van een Sefer Tora
zijn vakwerk.
De geschiedenis van onze Torarol
Vlak voor de openbaring op de berg Sinai in het jaar 2448 na de
Schepping schreef Mosje in de Tora alles op wat er tot op dat moment
gebeurd was. Toen ging het hele Joodse volk aan de voet van de berg
Sinai formeel over tot het Jodendom. Daar sprak G’d de Tien
Geboden uit en later kwam Hasjeem regelmatig tot Mosje in de Ohel Moed
– de Tent van samenkomst – om hem de verdere inhoud van de Tora te
dicteren. Iedere afdeling van de Tora werd afzonderlijk gedicteerd. Na
het dictaat herhaalde Mosje hardop wat hij vernomen had en werd hem een
pauze gegund om het dictaat te overdenken. De pauzes zijn in de
geschreven Torarol herkenbaar aan de open ruimten in de tekst. Mosje
schreef iedere afdeling op een kleine rol. Vlak voor zijn dood schreef
hij alle afdelingen achter elkaar op, in een grote perkamenten rol,
zoals wij die heden ten dage nog steeds kennen (vgl. B.T. Gittien 60).
Anderen menen echter, dat de hele Tora tot kort voor het overlijden van
Mosje uit het hoofd werd geleerd en pas aan het einde van zijn leven
werd opgeschreven.
Dertien Torarollen
Voor zijn overlijden schreef Mosje in totaal 13 Torarollen. ledere stam
ontving een afschrift. De dertiende kopie werd in Aron-HaKodesj
geplaatst, de mobiele Heilige Arke, die het Joodse volk gedurende de
woestijnreis begeleidde. Na de bouw van de eerste Tempel door Koning
Salomo werd de Heilige Arke in het Kodesj-haKodasjiem – het
Allerheiligste van de Tempel – bijgezet. De afschriften in de
Aron-HaKodesj dienden als standaardtekst voor alle later geschreven
Torarollen. Indien twijfel ontstond omtrent de juiste lezing werd deze
Torarol uit de Aron-HaKodesj gehaald ter vergelijking. Vlak voor de
verovering van Jerusalem door de Babyloniërs (586 v.d.g.j.) besloot
koning Josjia de Heilige Arke met daarin de Stenen Tafelen en de
Torarol van Mosje te verbergen in een catacombe, die in opdracht van
Koning Salomo was uitgehouwen, toen de eerste Tempel gebouwd werd. Tot
op de dag van vandaag liggen deze heiligdommen op deze – ons onbekende
– plaats begraven.
Perkament, veer en inkt
Het perkament waarop een Torarol geschreven wordt, is vervaardigd van
de huid van een kosjer dier, zoals een koe. Nadat de huid van de
koe is afgestroopt wordt hij geweekt in een bad van kalkwater en
chemicalien. Als het permanent gereed is, brengt de Sofeer-schrijver
hulplijntjes aan zodat hij recht en gelijkmatig kan schrijven. Iedere
Torarol bestaat uit vellen perkament, die aan elkaar gehecht worden met
pezen. Op ieder vel perkament staan drie tot acht kolommen tekst.
Iedere kolom telt tussen de 43 en 60 regels.