Onderzoek naar deel van Belgisch oorlogsverleden


Het Belgische onderzoeksintituut SOMA gaat onderzoeken in welke mate Belgische ambtenaren hebben meegeholpen aan de jodenvervolging. Ook zal worden nagegaan wat de Belgische regering in Londen heeft gedaan om de deportaties te verhinderen en welke rol het koningshuis precies heeft gespeeld.

Het onderzoek van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en
Hedendaagse Maatschappij gebeurt in opdracht van de federale overheid
en zal twee jaar in beslag nemen. De activiteiten van hooggeplaatste
ambtenaren, lagere functionarissen, magistraten en politiemensen ten
tijde van de jodenvervolging zullen nauwkeurig onder de loep worden
genomen.

Om zoveel mogelijk informatie naar boven te halen, beschikken de
historici over een nieuwe wet die speciaal voor dit onderzoek in het
leven werd geroepen en die toegang verschaft tot nooit eerder
geraadpleegde archieven, zoals die van de staatsveiligheid en de
vreemdelingenpolitie. Daarnaast zullen de persoonlijke archieven van
toenmalige ministers als August De Schrijver en Albert De Vleeschauwer
onderzocht worden.

Ook de houding van de ambtenaren in steden als Antwerpen, Brussel,
Charleroi en Gent wordt aan nauwgezet onderzoek onderworpen. Onder
andere zal de wijze waarop Belgische ambtenaren de inboedels van
gedeporteerde joodse burgers naar Duitsland transporteerden, ook wel
bekend als de ‘Moebelaktion’, aan bod komen.

Het project staat onder leiding van Rudi Van Doorslaer. Verder werken
mee Frank Seberechts en Nico Wouters (beiden verbonden aan de
Universiteit van Gent), Michael Amara (Vrije Universiteit Brussel) en
Emmanuel Debruyne (Katholieke Universiteit Leuven) mee aan het
onderzoek. Een van de centrale vragen die zij moeten ophelderen is in
welke mate Belgische ambtenaren wisten dat joden niet naar werkkampen
maar naar uitroeiingskampen werden afgevoerd. “Waarschijnlijk zal dit
onderzoek bevestigen dat ieder mens met een beetje verstand eind 1942
en zeker in 1943 op de hoogte was van het bestaan van de gaskamers”,
zegt de Nederlandse historicus Geert Mak, schijver van het recent
verschenen boek In Europa, gisteren in een interview met de Belgische
krant De Morgen. “Veel mensen luisterden naar de BBC en die zond in
december 1942 zelfs een speciale uitzending uit over de
jodenuitroeiing.” Mak raadt zijn Belgische collega’s aan om bij hun
onderzoek zeker gebruik te maken van dagboeken. “Die schetsen een goed
beeld van collaborerende ambtenaren. Het waren meestal keurige mensen
die ook in de oorlog hun job perfect en met veel gedrevenheid
uitvoerden. Ze waren blind voor het feit dat ze deelnamen aan een
immorele operatie. In die zin kan het Belgische Soma-onderzoek ons een
aantal lessen voor de toekomst opleveren. Niets is zo gevaarlijk als
immorele ambtenaren die perfectie nastreven.”

Tegen september 2006 moeten de Soma-onderzoekers hun rapport klaar
hebben. “Wat er met de resultaten van ons onderzoek gebeurt is niet
onze zaak”, zegt Frank Seberechts. “Het is niet aan ons om te bepalen of de regering op dat moment haar excuses aan de
joodse gemeenschap moet aanbieden of moet overgaan tot
herstelbetalingen.”

De Antwerpse professor Ludo Abicht, die verscheidene boeken schreef
over de joodse gemeenschap in Belgie, juicht het onderzoek toe maar
vindt niet dat de resultaten ervan in een discussie over
herstelbetalingen mogen uitmonden. “Niet geldgewin maar geschiedkundige
waarheid is belangrijk.”

Zie ok: www.cegesdoma.be

Advertentie (4)