Het Israëlische leger heeft zijn tanks en pantserwagens teruggetrokken naar posities buiten het Palestijnse vluchtelingenkamp Jabaliya. De grootschalige acties die de Qassambrigades moesten uitschakelen zijn voorlopig voorbij. Oscar Garschagen (NRC) had een kritisch gesprek met hoofd operaties van de Israëlische generale staf Gadi Shamni.
Volgens de Israëlische legerradio Galei Tsahal beschikt het leger over
nieuwe mogelijkheden om extremisten die een raketaanval willen
uitvoeren, op te sporen en te treffen. Daarmee werd kennelijk gedoeld
op de onbemande vliegtuigjes die de Palestijnen boven de Gazastrook
zeggen te hebben zien vliegen en die soms raketten zouden afschieten.
Vrijdagmorgen schoot een bemand Israëlisch gevechtsvliegtuig nog een
raket af op een groep extremisten van Hamas en de Al-Aqsa
Materlarenbrigades in Jabaliya. Daarbij vielen drie doden.
Het Israëlische offensief, dat werd ingezet nadat bij een Palestijnse
raketaanval op de Israëlische plaats Sderot twee kleine kinderen waren
gedood, heeft aan 105 Palestijnen het leven gekost. Ongeveer de helft
van de slachtoffers waren gewone burgers, van wie er achttien jonger
waren dan zestien.
Donderdag had premier Sharon nog gezegd dat het offensief in het
noorden van de Gazastrook nog uitgebreid zou worden. Hoge Israëlische
officieren waarschuwden er echter voor dat die actie ook voor de eigen
soldaten groot gevaar opleverde, omdat zij in het dichtbevolkte gebied
bloot stonden aan aanvallen van Palestijnse militanten.
Volgens de vice-minister van Defensie, Zeev Boim, zijn de operaties ook
teruggeschroefd als een geste tegenover de Palestijnse bevolking bij
het begin van de vastenmaand ramadan. Het militaire doel van de
operatie was grotendeels bereikt, zei Boim in een radio-interview en
Israël wil “het de bevolking niet moeilijk maken”.
Sharon heeft ook aangekondigd dat de terugtrekking uit de Gazastrook
zal starten in mei volgend jaar. De evacuatie van de 21 joodse
nederzettingen zal volgens Sharon niet langer dan twaalf weken duren.
Sharons controversiele plan, dat op 25 oktober voor de eerste keer door
het Israëlische parlementzal worden geoordeeld, moet echter eerst nog
voldoende politieke steun krijgen.
Volgens opiniepeilingen steunt een meerderheid van de Israëli’s de
terugtrekking uit de Gazastrook. Maar Sharon staat onder druk van
kolonisten en rechtse partijen die de aftocht een toegeving aan het
terrorisme noemen.
Donderdagavond nog betoogden duizenden kolonisten in Jeruzalem en
andere plaatsen tegen de terugtrekkingsplannen. Daarom voelde Sharon
zich verplicht om hard op te treden tegen de Palestijnse
raketbeschietingen.
Midden-Oostencorrespondent Oscar Garschagen (NRC) sprak met
brigade-generaal Gadi Shamni, hoofd operaties van de Israëlische
generale staf. Shamni komt uit eigen beweging tot de vaststelling dat
het Israëlische leger in het vluchtingenkamp Jabalya heeft geopereerd
als een olifant in een porseleinkast.
“In de Gazastrook zijn wij te vergelijken met een olifant in een winkel
vol keramische producten. We zijn daar ingegaan met tanks en
gepantserde voertuigen en die zorgen voor heel veel schade. Als we dat
niet zouden doen zouden er tientallen Israëlische soldaten zijn gedood.”
De vraag was waarom het leger 150 tot 200 tanks en gepantserde
voertuigen en tientallen Apache-helikopters heeft ingezet en
bijvoorbeeld niet met speciale eenheden optrad. Een grootschalige inzet
van militaire macht in het dichtbevolkte gebied moest onvermijdelijk
leiden tot veel slachtoffers.
Shamni (44), in de bunker van de Israëlische generale staf in Tel Aviv:
“Om een militaire uitdrukking te gebruiken, met deze operatie hebben
wij in de Gazastrook een grote handtekening gezet. Een grote
handtekening dat wil zeggen een actie met de inzet van zware pantsers.