In de nasleep van de aanslagen van vorige week in de bij Israëli’s populaire toeristenoorden aan de Rode Zee is het negeren van het negatief reisadvies een punt van discussie. Premier Sharon zelf waarschuwt voor nieuwe aanslagen. “Dan ga je maar een andere keer.”
De meeste Israëli’s keerden kort na de aanslagen van afgelopen
donderdag al terug naar hun eigen land, maar sommigen besloten de tocht
naar huis uit te stellen.
Jerusalem Post schrijft dat Egyptische functionarissen geloven dat een cel van
het terreurnetwerk al-Qaeda verantwoordelijk was voor de aanslagen.
Deze zou zijn geholpen door bedoeienen die in de Sinai wonen.
Israëlische bronnen achtten het echter nog te vroeg om te bepalen wie
de aanslagen hebben uitgevoerd.
Al op 8 september gaf de antiterreureenheid van de Nationale
Veiligheidsraad in Israël een negatief reisadvies. “Gedurende de
laatste jaren bestaan er reele veiligheidsrisico’s voor Israëli’s die
Egypte bezoeken of daar wonen”, aldus de waarschuwing. “Recentelijk
bestaat er de concrete mogelijkheid dat terroristen zullen proberen
toeristische plekken aan te vallen in Egypte, in het bijzonder in de
Sinai.”
Na dat advies annuleerde een aantal mensen boekingen in de badplaatsen
aan de Rode Zee, maar de vacante plaatsen werden al snel ingenomen door
anderen, die op wachtlijsten stonden. Nu echter lijken de Israëli’s
minder vertrouwen te hebben in de veiligheid in Egypte: de meeste
boekingen voor de komende periode zijn geannuleerd. Israël overweegt
mensen die een negatief reisadvies in de wind slaan, te beboeten. Zij
zouden geen recht kunnen doen gelden op de compensatie die de regering
aan terreurslachtoffers uitkeert.
Volgens bronnen in de reiswereld bezochten dit jaar ruim een kwart
miljoen Israëli’s het Egyptische schiereiland. De bergachtige
Sinai-woestijn, met zijn witgele stranden aan de Rode Zee, is een
populair vakantiegebied bij Israëli’s, die aan de spanning in eigen
land willen ontsnappen. Ze kunnen hun auto meenemen. Met name in het
voorjaar met Pesach en in het najaar met Rosj Hasjana en Soekot, als de
temperaturen niet zo hoog zijn, trekken duizenden de grens bij Taba
over.
In de Sinai was het slechts een paar honderd meter van de grens gelegen
Hilton Hotel in Taba populair. Het hotel werd door Israëli’s gebouwd
toen Taba nog in handen was van Israël. In januari 1989 werd de
badplaats overgedragen aan Egypte, met de bepaling dat de Israëlische
toeristen zouden kunnen blijven komen.
In de afgelopen twintig jaar zijn er slechts twee periodes geweest dat
het aantal bezoekers naar de Sinai drastisch kelderde. Dat was nadat in
1985 bij Ras Burka negen Israëlische vakantiegangers werden
doodgeschoten en nadat in september 2000 de al-Aqsa intifada uitbrak.
Een jaar geleden begonnen de massa’s terug te stromen.
Volgens de krant Yediot Ahronot is het hypocriet Israëli’s te verwijten
dat ze naar de Sinai reizen. De regering roept immers de eigen burgers
na elke grote terreuraanslag op gewoon door te gaan met het dagelijks
leven, al blijven er waarschuwingen voor nieuwe aanslagen bestaan. De
krant Hazofeh beschuldigt de Israëlische media ervan de ernst van de
negatieve reisadviezen te hebben onderschat. De media zouden hebben
gezegd dat Israëlische functionarissen zich zouden hebben willen
indekken voor het geval er iets zou gebeuren.
Sharon is ondanks de aanhoudende kans op nieuwe aanslagen niet van plan
de grens bij Taba te sluiten, omdat dat een negatief diplomatiek teken
zou zijn in de richting van Egypte. Minister Zevulun Orlev (Sociale
Zaken) vindt dat Israël moet overwegen in de toekomst de compensatie in
te trekken voor terreurslachtoffers die toch naar gebieden zijn gegaan
waarvoor een ne