De Oostenrijkse genealoog Felix Gundacker reisde door Centraal-Europa op zoek naar het familieverleden van de Democratische presidentskandidaat John Kerry. Een naams- en geloofsverandering in het antisemitische Oostenrijk-Hongarije van rond 1900 had niet het verwachte effect.
Sinds Hitler zijn Oostenrijkers die in het buitenland aan de macht
komen verdacht. Het bruine verleden van de vader van Arnold
Schwarzenegger blijft de gespierde gouverneur van Californie
achtervolgen. En nu ontdekt Amerika ook de Oostenrijkse roots van
presidentskandidaat John Kerry – joodse roots bovendien. Toen vorig
jaar bekend werd dat Kerry’s familie uit Oostenrijk komt, rees dan ook
meteen de vraag of hij (ook) nazi’s in de familie heeft gehad. Maar al
gauw bleek dat de familie van de Democratische presidentskandidaat van
oorsprong joods is.
De grootouders van Kerry emigreerden ver voor de Tweede Wereldoorlog
naar Amerika. Zijn overgrootmoeder Mathilde Kohn kwam in 1880 als
weduwe vanuit het Tsjechische stadje Horni Benesov met haar drie kleine
kinderen Fritz (Kerry’s grootvader), Ida en Otto naar Moedling, een
voorstad van Wenen. Daar trok ze in bij haar broer Alfred Fraenkel, die
een schoenfabriek bezat.
Fritz, die een baan kreeg in het bedrijf van zijn oom, trouwde in 1900
in Wenen met het joodse meisje Ida Loewe, die in Boedapest was geboren
maar opgroeide in het Tsjechische Brno. Volgens de Oostenrijkse
genealoog Felix Gundacker, die dwars door Centraal-Europa reisde om de
familielijn uit te pluizen, was het gezin Kohn-Loewe ‘typisch
Oostenrijks’. “De Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie was niet te
vergelijken met de huidige Europese Unie. Familiebanden waren sterk en
men trok zich niets van grenzen aan.” Volgens Gundacker spraken de
Kohns al in 1850 als geassimileerde joden thuis geen Jiddisj maar
Oostenrijks-Duits en voelden ze zich in de eerste plaats goede
Oostenrijkse onderdanen.
Rond de eeuwwisseling was het antisemitisme echter sterk aanwezig in
Oostenrijk-Hongarije. Fritz raakte zijn baan in de schoenenfabriek van
Fraenkel kwijt. Kohn was geen naam waarmee je in die tijd gemakkelijk
een andere baan vond. Om officier in het leger te worden, liet broer
Otto zich in 1897 katholiek dopen en noemde zich daarna Kerry. In 1901
volgden Fritz met zijn vrouw en zoon Erich zijn voorbeeld.
De gehoopte verbetering van de leefomstandigheden door deze
strategische ‘bekering’vond niet plaats. In 1905 besloot het gezin naar
Amerika te emigreren en vestigde zich in Massachusetts. Daar werd in
1915 Richard, Kerry’s vader, geboren. Zes jaar later maakte Fritz een
einde aan zijn leven. John Kerry heeft zijn Oostenrijkse (en joodse)
opa dus nooit gekend. Grootmoeder Ida overleed in 1960, toen John bijna
twintig jaar was.
Het Oostenrijkse Moedling verwachtte wel enig Kerry-toerisme. Veel is
er echter niet te zien in het stadje aan de rand van het Wienerwald. De
schoenenfabriek is afgebroken, evenals het huis nummer 67 in de
Feldgasse waar de familie woonde. Wat meer aandacht trekt is de 550
jaar oude parochiekerk St. Othmar, waar de familie de overstap naar het
katholicisme maakte.
Parochiesecretaresse Dietlinde Alphart-Toubia haalt uit een brandkast
het doopregister te voorschijn dat als vanzelf op de juiste pagina
openvalt en waar, in sierlijk handschrift, de Kohns als gedoopte
Kerry’s staan ingeschreven.
Het verhaal gaat dat de broers Kohn een potlood op een atlas lieten
vallen om zo willekeurig een naam te kiezen. Het potlood landde op het
Ierse graafschap Kerry.
Mocht Kerry op 2 november winnen, dan rekent Moedling op internationale
bekendheid. De gemeenteraad bekijkt of er een straat naar Kerry
vernoemd kan worden of ergens een plaquette kan hangen ter
nagedachtenis aan diens Oostenrijkse roots.
John Kerry’s broer Cameron is in 1983 joods geworden, v