De verwachting is dat de Israëlische premier als overwinnaar uit het marathondebat zal komen waarin de Knesset zich moet uitspreken over het Gaza-terugtrekkingsplan. Maar een motie van wantrouwen tijdens het komende begrotingsdebat zou de regering kunnen doen vallen, waarmee Sharon’s tegenstanders in de nederzettingenkwestie hun voordeel zullen doen.
Het behelst ontmanteling van alle Israëlische nederzettingen in de
Gazastrook, plus vier op de Westelijke Jordaanoever, en terugtrekking
van het leger uit de ontruimde gebieden. Binnen zijn eigen partij, de
Likud, heeft Sharon tot nu toe alle krachtmetingen over deze plannen
verloren. De Knesset, waar zijn ideeen op meer steun kunnen rekenen, is
zijn laatste hoop. Aanvaarding van het plan door de
volksvertegenwoordiging moet de tegenstanders de wind uit de zeilen
nemen, al klinkt dat simpeler dan het is.
Het wordt in ieder geval een debat waar de vonken vanaf vliegen. Ieder
parlementslid zal gretig gebruik maken van de vijf minuten spreektijd
die hem is toegewezen. De stemming wordt dan ook pas dinsdagavond
verwacht. Het toch al streng bewaakte Knessetgebouw krijgt de komende
week extra veiligheidspersoneel en er zijn strikte beperkingen gesteld
aan het aantal bezoekers.
Het moet raar lopen wil Sharon de overwinning ontgaan, al is zijn eigen
fractie verdeeld. Vijftien van de veertig Likud-afgevaardigden hebben
al gezegd het voorstel niet te zullen steunen. Maar misschien zal een
deel van hen zich van stemming onthouden. Binnen de regeringscoalitie
zal de centrumpartij Shinui een ja-stem uitbrengen en de rechtse
Nationaal Religieuze Partij (NRP) een pertinent ‘nee’ laten horen. Maar
de premier kan rekenen op de steun van een flink deel van de oppositie:
de Arbeiderspartij, de linkse Yachad en waarschijnlijk een van de
kleine Arabische partijen. De verwachting is dat van de 120
Knessetleden er uiteindelijk tussen de 65 en 70 voor zullen stemmen.
Voor Sharon is dat het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat er
adders onder het gras zitten. De Knesset stemt volgende week over de
tekst die eerder door de ministerraad is aanvaard. Dat wil zeggen over
het terugtrekkingsplan ‘als principe’. Pas in een later stadium zal
Sharon formeel bekendmaken hoeveel nederzettingen er moeten verdwijnen
en wanneer, en hoeveel geld de getroffen kolonisten als compensatie
zullen ontvangen. Over die formaliteiten zal apart worden gestemd. Met
die formule heeft de premier destijds aarzelende ministers over de
streep getrokken. Knessetleden die volgende week instemmen, zullen
moeilijk nee kunnen zeggen als de compensatie en de daadwerkelijke
ontruiming van nederzettingen aan de orde komt. Maar er blijft een
element van onzekerheid bestaan.
Zeer tegen zijn zin heeft Sharon onlangs toegegeven aan een meerderheid
van zijn Likud-fractie, die een onderzoek wil laten verrichten naar de
haalbaarheid van een referendum over de plannen. De Israëlische wet
voorziet momenteel niet in zo’n procedure. Volgens alle onderzoeken zou
Sharon van het volk voldoende steun ontvangen, maar het is zijn
tegenstanders er vooral om te doen tijd te rekken.
Hun argument dat een referendum een burgeroorlog kan voorkomen, snijdt
weinig hout. Niet alle Israëli’s hechten immers evenveel belang aan wat
de regering, de Knesset of het volk willen. Sharons felste
tegenstanders hanteren religieuze motieven. David Wilder, een
woordvoerder van de kolonistengemeenschap in Hebron op de Westoever,
formuleerde het deze week als volgt: “Het land Israël is door God
gegeven. Het behoort Hem toe en hij heeft het ons toegewezen. Van een
godsgeschenk doe je geen afstand, je laat het niet zomaar liggen en je
vlucht er niet van weg.”
Er is nog een element dat Sharon zorgen baart. Hij kan zijn plan alleen
door de Knesset loodsen met hulp van een door de Arbeiderspartij
gespannen ‘politiek vangnet