Close reading in de Tora


Rob Cassuto bestudeerde in Genesis 1:11 de schepping van de vruchtbomen. Naar aanleiding van wat hij las waagt hij zich aan een ‘droosje’, een bijbels toespraakje ter lering en vermaak.

In de Tora kan close reading verrassende perspectieven openen. De
Eeuwige verordonneert in Genesis de schepping van vruchtbomen; als je
de tekst goed leest is er heel wat leerrijks uit te halen.

Een mooi voorbeeld is dit: In Beresjiet (Genesis) 1, paragraaf 11
verordonneert de Eeuwige, Hij zij geprezen, aan de aarde allerlei
gewassen voort te brengen, zo ook de vruchtbomen, die vrucht maken naar
hun soort. In het Hebreeuws staat er: eets p’ri oseh p’ri. En wat
bracht de aarde in feite voort, in paragraaf 12: eets oseh p’ri, bomen
die vrucht maken.

Wat valt op? Er is iets weggevallen, het bevel was: vruchtbomen die
vrucht maken, en de aarde brengt voort: bomen, die vrucht maken. De
verordonneerde vruchtbomen zijn gewoon bomen geworden. Nou, komt toch
op het zelfde neer?

Maar voor de Talmoedische fijnlezers maakt dat –
zoals blijkt uit de Midrasj in het eerbiedwaardig oude bijbelcommentaar
Beresjiet Rabba – een fundamenteel verschil: de bedoeling van de
Eeuwige was dat niet alleen de vruchten maar de hele boom inclusief
vruchten dezelfde smaak zouden hebben: de hele appelboom met stam, tak,
blad en al zouden naar appel smaken. Maar de aarde volgde het bevel
niet precies op. Niet vruchtbomen die vrucht maken, maar bomen die
vrucht maken bracht zij voort. En het resultaat was stammen en de
takken die hard en smakeloos zijn. De aarde was ongehoorzaam geweest,
al voor Adam en Eva. Fout en onvolmaaktheid was toen al in de schepping
geslopen.

Als dat alles is… Maar de diepere betekenissen hebben we er
nog lang niet uitgehaald.

Rav Avraham Jitzchak Kook, de eerste opperrabbijn van Jeruzalem in de
twintigste eeuw en een intrigerend mysticus geeft deze uitleg in zijn
boek Orot haTesjoeva (de lichten van de ommekeer), waarvan ik enkele
passages heb weten te achterhalen. Het verhaal is natuurlijk een
metafoor. Zoals het aanvankelijk de bedoeling was dat de boom hetzelfde
zou smaken als de vrucht was het de bedoeling dat alle acties op weg
naar een spiritueel doel toe door de ziel met dezelfde vreugde en
verrukking zouden worden ervaren als de ervaring van het bereikte doel
zelf. De schepping heeft gefaald om deze oorspronkelijke bedoeling ook
te realiseren.
Het aardse bestaan – zegt Rav Kook – de instabiliteit
van het leven, de afgematheid van de geest in zijn lichamelijke
conditie heeft gemaakt dat we alleen de laatste stap, waarin het ideaal
tot werkelijkheid wordt, tot vrucht komt, in al zijn glans en plezier
kunnen genieten. De stam, de bast, de takken hebben hun smaak verloren,
alleen de vrucht smaakt. Dit ziet Rav Kook als het falen van de aarde.

Maar ieder falen is bestemd om gerepareerd te worden. Rav Kook is
bezield van een diepe heilsverwachting en hij sleept mij mee en ik
probeer jou ook even mee te nemen…

Zeker zal eens de dag komen dat de schepping eindelijk zal raken in
zijn oorspronkelijke staat, waarin de boom hetzelfde zal smaken als
zijn vrucht. De aarde zal zijn zonde berouwen en de activiteiten van
het praktische leven zullen niet neer als hindernis ervaren worden voor
het genieten van de idealen. Zelfs nu, juist nu kunnen we iets van deze
grote Tesjoeva (ommekeer) volbrengen en iets van deze groteTikoen Olam
(herstel van de wereld) ervaren: steeds waar we open kunnen staan voor
de ervaring van de vreugde, die vanuit het nage

Advertentie (4)