Sidra Reë, Dewarim (Deuteronomium) 11:26-16:17


Deze sidra begint met een van de krachtigste verklaringen in de Tora die de vrije wil bevestigt: “Besef goed, vandaag stel ik u voor de keuze tussen zegen en vloek” (NBV 2004), zegen als het volk de geboden van God volgt, en vloek als ze het nalaten.

Deze zegeningen en vloeken worden geacht uitgesproken te zijn van de
toppen van twee bergen als de Israëlieten het beloofde land
binnentrekken. Meer bijzonderheden betreffende dat ritueel zijn gegeven
aan het einde van deze toespraak [Dewarim 27:12].

De sidra vervolgt met wetten die door de Joden in het land uitgevoerd
moeten worden: de verwijdering van afgodendienst en de centralisatie
van offerdienst op specifieke plaatsen die God zal vaststellen. Mosjè
geeft het volk een krachtige waarschuwing tegen valse profeten,
afgodenaanbidders, “losbandige” steden, en de opname van allerlei
heidense gewoontes in het joodse ritueel. De rest van de sidra schetst
die mitswot die Israël apart zetten van andere volkeren: kasjroet,
heffing van tienden, wetten aangaande leningen, het Sjabbatjaar, joodse
slaven, wijding van de eerstgeborenen en de belangrijkste feestdagen.

Klik op het logo om op de website van de LJG verder te lezen.

Advertentie (4)