Tien Palestijnse burgers hebben een aanklacht ingediend tegen twee lokale cementfabrikanten omdat die door het leveren van cement mee zouden werken aan de bouw van de Israëlische veiligheidsmuur.
De Palestijnen hebben harde bewijzen in handen dat duizenden tonnen
cement dat bestemd was voor de bouw van huizen in de Palestijnse
gebieden, clandestien aan Israëlische aannemers is geleverd. De
twee betrokken cementfabrikanten, Al Tarifi en Barake, hebben met de
verkoop in korte tijd heel veel geld verdiend. (Zie joods.nl van 9
augustus 2004: Israël’s veiligheidshek lucratief voor Palestijnen )
Een van de procederende burgers is hoogleraar politieke wetenschappen
Abed Al Satar Qassem, die ook land is kwijtgeraakt dat door Israël is
opgeëist voor de bouw van de muur. Qassem zegt via de rechtbank
stopzetting van de cementleveranties te eisen en een schadevergoeding
van omgerekend vierduizend euro om de Palestijnse bevolking te tonen
dat ze met een gerechtelijke procedure kunnen proberen hun recht te
halen en dat niet ieder conflict met geweld hoeft te worden beslecht.
De betrokken cementfabrikanten hebben nog niet gereageerd.