Wereldbank stelt voorwaarden aan financiële steun


Geld om de Palestijnse economie uit het slop te trekken wordt pas beschikbaar gesteld als aan Palestijnse zijde hervormingen worden doorgevoerd ter bevordering van het investeringsklimaat en aan Israëlische zijde een soepeler grensregime wordt ingesteld.

De Wereldbank heeft dit gezegd in een rapport over de economische
gevolgen van het Israëlische plan om joodse nederzettingen in de
Gazastrook te ontruimen.

De Wereldbank voorspelt ‘nog meer ellende dan nu’ zolang Israël de
grens met Gaza dichthoudt voor handels- en personenverkeer en de
toevoer van water en elektriciteit controleert. ‘In die omstandigheden
zal de stelling dat Israël nu niet langer verantwoordelijk is voor de
toestand in Gaza weinig weerklank vinden’, zo stelt het rapport, dat
afgelopen week verscheen.

De Palestijnse gebieden in de Gazastrook en op de Westelijke
Jordaanoever bevinden zich sinds het begin van de tweede intifada in
2000 in een uitzichtloze economische situatie. De helft van de
Palestijnen moet leven van minder dan twee dollar per dag, het bruto
binnenlands product daalde met 40 procent en de overheid heeft een
begrotingstekort van 650 miljoen dollar.

Israël krijgt het advies een grensregime op te zetten dat
goederenverkeer mogelijk maakt zonder de veiligheid uit het oog te
verliezen. De Palestijnse Autoriteit krijgt de raad om te zorgen voor
een beter investeringsklimaat. Pas wanneer dat gebeurt, wil de Bank
overwegen 500 miljoen extra in de Palestijnse gebieden te pompen.

Als de hervormingen erdoor komen, voorspelt het rapport een stijging
van de inkomens met 12 procent tegen 2006 en minder werkloosheid. Zo
niet dreigt de werkloosheid tegen 2006 op te lopen tot 35 procent en de
armoede tot meer dan 55 procent van de bevolking.

 De Palestijnen krijgen nu al een recordhoeveelheid buitenlandse
steun: elk jaar 310 dollar per persoon. Met dat geld betaalt de
Autoriteit haar ambtenaren en houdt ze het onderwijs, de
gezondheidszorg en de watertoevoer draaiende. De hulp heeft volgens de
Wereldbank 100.000 mensen gered van de armoede en de consumptie op peil
gehouden.

 ‘Zonder economische heropleving ziet de toekomst er somber uit
voor de Palestijnse jeugd,’ zo verklaarde Wereldbankbaas James
Wolfensohn, ‘Hun wanhoop bedreigt het vredesproces. Na tien jaar
gecoördineerde inspanningen voor een leefbare Palestijnse economie
beginnen de opties schaars te worden’.

Bron: The Washington Times, 24 juni 2004

Advertentie (4)