Een privé-initiatief om joodse en Arabische kinderen les te laten krijgen in het Ivriet en het Arabisch is door het ministerie van onderwijs in de kiem gesmoord.
De tweetalenschool in Kafr Kara, een Israëlisch-Arabisch dorp ten
oosten van Hadera, zou aan het begin van het nieuwe schooljaar zijn
deuren openen, maar een brief van het district Haifa van het ministerie
van onderwijs steekt daar een stokje voor. Het ministerie neemt het
advies over van het Dovrat-comité dat belast is met hoognoodige
hervormingen in het Israëlische onderwijssysteem. Er kunnen geen
nieuwe bijzondere scholen aan het systeem worden toegevoegd. Het comité
is van mening dat dergelijke scholen elitair zijn. Overtreding van het
verbod zal worden bestraft met een gerechtelijke procedure.
De huisvesting van de school is klaar om in gebruik te worden genomen, en er zijn al 120 leerlingen aangemeld.
Het initiatiefcomité is verbijsterd over de beslissing. “Waarom worden
wij als elitair beschouwd? In onze optiek vormt onze school een
basisvoorwaarde voor alle schoolgaande kinderen. En elitair zijn we
helemaal niet. De kinderen komen uit alle sociale lagen van de
bevolking. En bovendien hebben wij geld om de kinderen uit arme
gezinnen toch naar de school te kunnen laten gaan.”
Het idee achter de tweetalenschool is kinderen van jongs af aan te
leren elkaar op waarde te schatten en te voorkomen dat ze besmet worden
met verkeerde ideëen over elkaar.
De tweetalenschool in Kfar Kara zou de derde van dit type worden. Zes
jaar geleden werd op initiatief van een groep Arabische en Israëlische
ouders de organisatie ‘Jad b’Jad’ opgericht, met het doel scholen op te
richten waar kinderen zowel in het Arabisch als in het Ivriet les
zouden krijgen. Twee scholen gingen open, een in Jeruzalem, de ander in
Misgav (Galil). Deze beide scholen hebben de erkenning van het
ministerie van onderwijs. De school in Jeruzalem is zelfs
voorbeeldschool. In Misgav wordt vanaf het komend schooljaar volgens
dit tweetalenprincipe ook voorbereidend hoger onderwijs gegeven.
In maart 2003 besloot een aantal ouders uit Katzir, Pardes Hannah en
Kafr Kara het project ‘Brug naar de wadi’ op poten te zetten, om te
komen tot een school waar naar voorbeeld van Jad b’jad in twee talen
zou worden onderwezen. Het ministerie gaf aanvankelijk medewerking maar
zei dat de ouders nog wel een jaar moesten wachten. Ondertussen werden
een aantal andere problemen aangepakt, zoals de beslissing wara de
school zou moeten worden gevestigd. Tegen de verwachting in (zouden
Israëlische ouders hun kinderen wel naar een school in een Arabisch
dorp willen sturen) kozen de ouders voor Kafr Kara. Het beschikbare
gebouw zou worden ingericht als kleuterschool en basisschool voor de
eerste drie leerjaren.
De negatieve beschikking van het ministerie komt totaal onverwacht. In
februari van dit jaar wees niets erop dat de toestemming zou worden
geweigerd, en twee weken geleden nog liet het ministerie weten dat de
school maar moest beginnen met lesgeven in een aantal klaslokalen van
een bestaande school in Kafr Kara.
De nieuwste missive meldt ook dat er een ministeriële beschikking is
dat kinderen alleen naar school mogen in hun eigen woonplaats.
Het ministerie heeft protest tegen de beschikking vooralsnog niet
ontvankelijk verklaard en houdt zich gebonden aan de adviezen van het
Dovrat-comité.
