Sjabbat Mattot-Masé, Bemidbar (Numeri) 30:2-36:13


Deze week worden wederom twee sidrot samen gelezen. Mattot begint met een gedetailleerde presentatie van de wetten die behoren bij geloften en eden.
In de laatste sidra van Bemidbar, Masé, staat Israël aan de oever van de Jordaan gereed om het Beloofde Land binnen te gaan.

Het lijkt aardig recht-door-zee: als je een belofte doet, moet je hem
houden. Maar de tekst gebruikt twee heel verschillende woorden om deze
uitspraak te onderbouwen.

Neder, dat vertaald wordt als “gelofte” wordt in het algemeen
gebruikt om een belofte iets te doen aan te duiden (“Ik beloof je 1000
euro te geven voor tsedaka”). Sjewoea daarentegen wordt in het
algemeen vertaald als “eed”, dat de belofte inhoudt om zich te
onthouden iets te doen (“Ik zweer dat ik zal stoppen met roken”). In
beide gevallen wordt de belofte zodra hij is uitgesproken als bindend
beschouwd. Een man een man, een woord een woord. En de tekst heeft het
hier alleen over mannen. Pas daarna wordt besproken wat er moet
gebeuren als een vrouw een gelofte of een eed aflegt. In dat geval kan
de vader van een ongetrouwde vrouw of de man van een getrouwde vrouw
haar gelofte nietig verklaren, mits zij dat doen zodra ze horen dat de
vrouw die belofte heeft uitgesproken. Als ze geen bezwaar maken, dan is
haar belofte bindend net als bij een man.

Klik op het logo om op de website van de LJG verder te lezen.

Advertentie (4)