Parsja 38 Matot Masa?ee (Bemidbar/Numeri 30:2?36:13)


MATOT (staven), waarin de oorlog tegen de Midjanieten plaatsvindt en MASA’EE (tochten), waarin Aharon sterft en bepaald wordt hoe de grenzen van het Land lopen, besluiten het vierde boek van de Tora.

MATOT  (staven): Numeri 30:2 ? 32:42
Als iemand een eed of een gelofte aflegt dan moet die precies
uitgevoerd worden, maar een vader of een echtgenoot kan eventueel de
eed of de gelofte van dochter of echtgenote teniet doen. De oorlog met
de Midjanieten begint. De vrouwen worden gespaard. Daarover is Mosjé
kwaad, want juist de vrouwen vormden de valstrik. Alleen de kleine
meisjes mogen blijven leven. De buit wordt geteld. Daarna moeten de
mannen zichzelf en objecten van onreinheid bevrijden, buiten de
legerplaats. De buit is voor de helft voor hen die ten strijde waren
getrokken, de andere helft is bestemd als gewijde gave. Omdat alle
soldaten uit de oorlog weerkeerden, gaf men uit dankbaarheid goud als
gewijde gave. De stammen Gad en Re?oeween hebben veel vee en willen ten
oosten van de Jordaan blijven, omdat daar veel weidegrond is. Mosjé
vreest dat de andere stammen bang zullen worden en dat HaSjeem boos zal
zijn, maar de beide stammen beloven plechtig dat ze eerst Het Land
zullen helpen veroveren en pas daarna terugkeren naar hun kudden. Als
Mosjé dat hoort is hij tevreden. Later voegt de halve stam Menasjee
zich bij hen.


MASA?EE (tochten): Numeri 33:1 ? 36:13

Een lange rij van plaatsen wordt opgenoemd waar de Bné Jisraeel hun
kampen opslaan in de 40 jarige woestijntocht. Als ze het Land
binnentrekken moeten ze alle bewoners verdrijven en de afgodsbeelden
vernietigen. Zo niet, dan zullen ze ?tot doorns in je vlees worden?.
Aharon moet de berg Hor bestijgen, alwaar hij sterft. Nog eens wordt
besproken hoe de verdeling van Het Land moet verlopen en ook worden de
grenzen genoemd. De Levieten krijgen 48 eigen steden en grond eromheen;
zes ervan zijn tegelijkertijd de asielsteden waarheen iemand die per
ongeluk een moord gepleegd heeft, kan vluchten. Drie ervan aan de ene
en drie aan de andere kant van de Jordaan. Enkele stammen zien in dat,
als de dochters van Tselofchad trouwen buiten de eigen stam, ze hun
grondbezit mee zullen nemen naar die andere stam. HaSjeem stelt vast,
dat de dochters binnen de eigen stam moeten trouwen. Hiermee eindigt
het vierde boek van de Tora.

Numerieke gegevenS

Matot en Masa?ee zijn de 42e en 43e Sidra, de 9e en 10e (en laatste) in
Bemidbar. Matot bevat 1 ge- en 1 verbod, Masa?ee bevat 2 geboden en 4
verboden.

Eerste alija (Koheen 30:2-31:12)

Men mag zijn belofte niet ontwijden. De gelofte van een meisje tussen
de 12 en 12,5 jaar kan worden opgeheven door haar vader (maar alleen op
de dag dat hij daarvan hoort). De man kan de gelofte van de vrouw
opheffen (wanneer die aan hun relatie in de weg staat). Pinchas gaat
mee als ?legerrabbijn?. Het leger van 12.000 man doodt alle mannelijke
Midjanieten inclusief de vijf koningen en Bileam. Vrouwen, kinderen en
het vee worden buitgemaakt. Steden en paleizen worden verwoest. Het
leger keert terug naar Arwot Moaw.

Volgens de halacha (wet) heeft niet alleen een mondelinge gelofte, maar
ook ieder religieus gebruik, zelfs zonder mondelinge acceptatie
bindende kracht als een neder (gelofte). Als men een onverplichte goede
daad al drie maal verricht heeft zonder speciale intentie (men heeft
drie maal 1000,- euro aan hetzelfde instituut gedoneerd, maar niet de
bedoeling gehad dit ook in volgende jaren te doen) dan is dit reeds
bindend. Heeft men bij een eenmalige, onverplichte religieuze handeling
duidelijk de intentie gehad dit ook in de komende jaren te continueren,
dan is men al na één maal gebonden. Deze regels worden afgeleid uit
B

Advertentie (4)