Harry van den Bergh, vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van JMW schreef een ingezonden brief naar Het Parool over de bezuinigingen in Amsterdam die voor het unieke werk van JMW rampzalige gevolgen zouden kunnen hebben.
Amsterdam moet in 2005 1,25 miljoen euro bezuinigen. De subsidie van
Joods Maatschappelijk Werk dreigt hierdoor te verdwijnen. De gemeente
meent dat deze hulpverlening door het reguliere maatschappelijk werk
kan worden overgenomen.
Onbegrijpelijk!
Amsterdam,. een stad war op zoveel plekken de herinnering aan de
honderdduizenden gedeporteerde joden levend wordt gehouden, moet toch
beter weten.
De helft van de Nederlandse joden woont in Amsterdam.
Tachtig procent van de JMW-cliënten heeft de oorlog zelf meegemaakt.
Jaarlijks doet 15 procent van de Amsterdamse joden een beroep op JMW,
vijf maal zoveel als gebruikelijk. De wonden, door de oorlog geslagen,
zijn niet dicht.
Daarnaast neemt het aantal antisemitische incidenten toe. Uit onderzoek
onder joden in Nederland in 1999bleek dat 78 procent meende dat er in
Nederland sprake is van antisemitisme. Ruim 41 procent had hier zelf
ervaringen mee.
Het aantal incidenten is inmiddels toegenomen. Joden durven nauwelijks
meer met keppeltjes en davidssterren door Amsterdam te lopen. Joden
worden verbaal, maar soms ook fysiek aangevallen. In oktober legde
burgemeester Cohen een verklaring af om ‘onze normen duidelijk te
benoemen en schendingen daarvan openlijk aan de kaak te stellen’.
Dat is mooi, maar onvoldoende! Deze stellingname dient gekoppeld te zijn aan adequate hulpverlening.
Het is ondenkbaar dat Amsterdam bewust uit is op beëindiging van de
hulpverlening aan joodse Amsterdammers. Waar moeten degenen die zo’n
groot beroep doen op JMW, dan naar toe?
Morgen en donderdag vergadert de gemeenteraad over de bezuinigingen. Om
onrust te voorkomen moet de raad de hulpverlening van JMW van
bezuinigingen uitsluiten!
Harry J. van den Bergh
vice-voorzitter van de Raad van Toezicht JMW