Meysel, dochter van een joodse tabakshandelaar en een Deense moeder, was al tijdens haar leven een legende van de Duitse film en televisie. Meysel verwierf grote faam met karakterrollen waarin ze krachtige vrouwenfiguren tot leven bracht.
Zaterdagmiddag stierf ‘Moeder Courage’ Inge Meysel aan een
hartstilstand. Na een heupfractuur was ze aan huis gekluisterd. Uit het
openbare leven had ze zich al jaren geleden teruggetrokken.
Inge Meysel, enige dochter van de joodse Julius Meysel en de Deense
Margarete Hansen, kreeg al in 1933, drie jaar na haar officiële debuut,
een podiumverbod. Onder druk van de nazi’s moest ze haar relatie met
haar latere eerste echtgenoot Helmut Rudolph beëindigen. In 1945
maakte ze haar na-oorlogse debuut aan het Thaliatheater in Hamburg. “Ik
ben altijd strijdbaar”, zei ze bij die gelegenheid. De nazi’s hebben
ervoor gezorgd dat niemand meer de kans krijgt me te kwetsen. Ik heb
geleerd me te verdedigen.”
Meysel begon haar loopbaan in lichtvoetige toneelstukken waar ze de rol
van de nette dame in vertolkte. In 1959 kwam haar echte doorbraak in
het drama “Das Fenster zum Flur” van Curt Flatow, waarin ze de
portiersvrouw ‘Mutter’ Wiesner speelde die haar ambities voor haar
kinderen wil verwezenlijken. Die rol bezorgde Meysel de bijnaam ‘Moeder
van het volk’. Meysel ontwikkelde zich in de loop der jaren tot
specialiste op het gebied van rollen van het type ‘ruwe bolster, blanke
pit’. Maar ook onsympathieke vrouwenfiguren wist ze meesterlijk vorm te
geven.
Met de komst van de televisie begon een nieuw tijdperk voor Meysel. Ze
speelde in vele series en televisiefilms, naarmate ze ouder werd steeds
vaker als de slimme, beschaafde, haar mannetje staande oude dame.
in een aflevering
van de Duitse krimi Polizeiruf 110.
Inge Meysel kreeg diverse onderscheidingen voor haar werk. Het
Bundesverdienstkreuz werd haar in 1981 toegekend, maar ze wees de
onderscheiding af: “Je hoeft iemand die fatsoenlijk geleefd heeft daar
geen prijs voor te geven.”
Inge Meysel beklom eind jaren zeventig regelmatig de barricades om te
strijden voor gelijkberechtiging voor vrouwen. Ze zette zich in voor
het recht op een humaan stervensproces en een zelfgekozen levenseinde.
Op 10 juli 2004 stierf ze vredig in haar slaap, in haar eigen huis net
buiten Hamburg, de stad waar ze na de oorlog altijd is blijven wonen.