In de Gazastrook is sinds zaterdag de noodtoestand van kracht. Premier Qureia bood zijn ontslag aan omdat Arafat hem belemmert in zijn pogingen de anarchie bij de Palestijnse veiligheidsdiensten onder controle te houden.
De Palestijnse Nationale Veiligheidsraad heeft zaterdag de noodtoestand
uitgeroepen in de Gazastrook. Dat gebeurde naar aanleiding van de
verslechterende veiligheidssituatie in het gebied, waar vrijdag vier
Fransen en drie Palestijnen, onder wie twee veiligheidsfunctionarissen,
werden ontvoerd. Vrijdagavond al dienden het hoofd van de Palestijnse
inlichtingendienst, Amin al Hindi, en het hoofd van de Preventieve
Veiligheidsdienst in de Gazastrook, Rashid Abu Shbak, hun ontslag in,
naar ze zeiden omdat de veiligheidssituatie in de Gazastrook niet meer
is te hanteren. De Palestijnse leider heeft overigens geweigerd hun
ontslag te accepteren.
Arafat heeft zaterdag kort nadat ook premier Ahmed Qureia zijn ontslag
had aangeboden, aankondigd dat de politietroepen en veiligheidsdiensten
in de Palestijnse gebieden zullen worden hervormd. De verschillende
diensten worden samengevoegd en zullen daarna in drie eenheden worden
verdeeld in plaats van de huidige acht, aldus een woordvoerder van
Arafat zaterdag.
Internationale waarnemers en de Palestijnse premier Qureia hadden om
die fusie gevraagd, maar Arafat weigerde dit tot nu toe. Nu komen er
toch drie grote groepen: de politie, de veiligheidsdiensten en de
inlichtingendiensten. Musa Arafat, een neef van de Palestijnse leider
werd benoemd tot algemene veiligheidschef. Deze benoeming was in
Gaza-Stad, Khan Junis en Rafah aanleiding voor enkele duizenden
Palestijnen om een protestdemonstratie te houden. Volgens hen zal er
aan de huidige toestand van corruptie en rechteloosheid niets
veranderen, aangezien Musa Arafat in zijn functie als hoofd van de
militaire inlichtingendienst in Gaza van corruptie werd verdacht.
De Palestijnse leider weigerde eerder zaterdag het ontslag van Qureia.
Ook de ontslagen van Rashid Abu Shbak en Amin al Hindi wilde Arafat
niet aanvaarden. In hun ontslagbrief stellen ze dat de situatie
onaanvaardbaar is geworden na de ontvoeringen van onder meer vier
Fransen en de chef van de Palestijnse politie, Ghazi Jabali. De
Fransen, twee vrouwen en twee mannen, werden door gewapende mannen
ontvoerd toen ze in Khan Junis koffie zaten te drinken. Ook een
Palestijnse collega van de Fransen werd ontvoerd. De vrouwen kwamen na
drie uur vrij, de drie mannen twee uur later. De ontvoerders zouden de
aandacht hebben willen vestigen op het lijden van de Palestijnen als
gevolg van de Israëlische bezetting van hun land. De Fransen werden
door hun ontvoerders vastgehouden in het gebouw van
de Rode Halvemaan in het centrum van de stad. Het gebouw werd omsingeld
door ongeveer 25 gewapende mannen, die de politie op een afstand
hielden, maar na drie uur kwamen de twee vrouwen onder begeleiding van
veiligheidsfunctionarissen naar buiten. De Fransen waren sinds een paar
dagen in de Gazastrook, waar ze werkten
aan een elektriciteitsproject van de organisatie Evry-Palestina, zo
maakte het Franse ministerie van buitenlandse zaken bekend. Evry is een
arme buitenwijk van Parijs waar overwegend immigranten uit het
Midden-Oosten wonen.
Eerder vrijdag werden los van elkaar ook al het hoofd van de
Palestijnse politie in de Gazastrook een hoge medewerker van de
Palestijnse veiligheidsdienst ontvoerd. Politiecommissaris Ghazi Jabali
werd op een snelweg buiten Gaza-stad uit zijn auto gesleept en
meegevoerd naar het vluchtelingenkamp Bureij. Na enkele uren wisten
bemiddelaars van de Palestijnse Autoriteit en Jasser Arafats
Fatah-beweging Jabali vrij te krijgen. De verantwoordelijkheid voor de
ontvoering werd opgeëist door de betrekkelijk onbekende Jenin
Martelarenbrigade. Er werd echter ook gezegd dat de ontvoerders tot een
militie behoord