Korach, Datan en Awiram en nog 250 man rebelleren tegen het leiderschap van Mosjé en Aharon. G’d is zeer kwaad en wil de hele gemeenschap vernietigen maar trekt zich de bede van Mosjé en Aharon aan en laat alleen de aanstichters en hun gezinnen levend in een heel groot gapend gat verdwijnen.
De volgende dag neemt de hele gemeenschap dit Mosjé en Aharon kwalijk.
G’ds woede ontbrandt en er breekt een plaag uit, waardoor zeer velen
sterven. Aharon doet verzoening voor hen, waarna de plaag ophoudt.
Op bevel van G’d brengt elke stam een staf naar het Heiligdom, waarop
de naam van de stam staat. De volgende morgen bloeit de staf van
Aharon, waarmee zijn uitverkiezing tot het priesterschap is bevestigd.
Aharon en zijn nageslacht, de Kohaniem worden – met zijn familie, de
Levieten – verantwoordelijk gesteld voor de goede gang van zaken in het
Heiligdom. De taken worden vastgelegd. De eerstgeborenen van mensen en
van reine dieren zijn voor de Kohaniem; de eerstgeboren jongens bij de
mensen moeten gelost worden, evenals de eerstgeboren ezel. De stam
Levie krijgt geen land maar ontvangt de tienden van het volk. Hiervan
geven zij weer een tiende aan de Kohaniem.
Numerieke gegevens
Korach is de 38e sidra, 5e van Bemidbar, bevat vijf ge- en vier verboden. |
Eerste alija (Koheen 16:1-13) Korach, Datan, Awieram en On (die er naderhand nog net op tijd uitstapte) dagen Mosjé’s autoriteit uit. 250 Mensen helpen hem bij deze opstand. Mosjé stelt een test voor. Zowel Aharon als de volgelingen van Korach moeten reukwerk brengen en G’d zal tonen wie Hij verkiest. Mosje probeert Korach te overreden te stoppen met het meningsverschil en benadrukt, dat G’d zelf de Levieten voor Zich heeft afgezonderd. Mosjé laat Datan en Awieram oproepen maar zij weigeren arrogant. |
Welke argumenten gebruikte Korach in zijn campagne tegen Mosjé?
Rasjie citeert uit de Midrasj, dat Korach zijn volgelingen in
hemelsblauwe tallitot (gebedskleden) hulde en Mosje vroeg: ?Stel, dat
een talliet helemaal hemelsblauw van kleur is, moeten er dan nog
tsietsiet (schouwdraden) met een hemelsblauwe draad aan gehangen
worden??. Toen Mosjé de vraag positief beantwoordde, werd hij
uitgelachen. De tweede vraag van Korach luidde of een huis vol
Tora-rollen nog een mezoeza moest hebben. Ook hierop antwoordde Mosjé
positief waarop Korach hem verweet al zijn leringen zelf verzonnen te
hebben. Achter deze simpele vragen en antwoorden sprongen de
filosofische vonken ervan af! Wat speelde er op de achtergrond? Korach
stelde, dat iedereen gelijk behandeld moest worden. Gelijkheid! De
hemelsblauwe talliet – die over het hoofd gedragen wordt – symboliseert
de joodse aura, de jiddisje nesjomme, die we allemaal als een soort
alles omvattend zielelicht hebben meegekregen. Hierin is iedereen
inderdaad gelijk. De tsietsiet (schouwdraden) komen hieruit voort en
geven aan, dat ?nesjomme’ alleen te weinig is. Men moet G’d ook dienen
met daden, ingegeven door liefde (de witte kleur van de tsitsiet) en
kracht (de blauwe draad).
Korach vatte dit niet. Hij meende, dat alleen de emoties telden: ?G’d
wil het hart’. Daarom vroeg hij over een huis vol Tora-rollen. Het huis
symboliseert de mens. Als de mens vol met Tora-ideeën zit, al zijn
idealen en gevoelens daarop richt, heeft hij dan ook nog een mezoeza
aan zijn deurpost nodig? Ja! Positieve emoties zijn prachtig, maar
uiteindelijk komt het aan op doen. Geen woorden maar daden! Korachs
polemiek was uiterst actueel. Velen voelen zich joods maar slechts
weinigen doen joods. Hoe vaak horen we niet, dat de jiddisje nesjomme
en het gevoel erbij te horen bepalend zijn. Zeker goed maar niet goed
genoeg. We moeten onze gevoelens omzetten in daden. Pas dan lat