Volgens de directeur van de Israëlische oliemaatschappij Givot Olam (‘eeuwige heuvels’) zitten er in de Israëlische bodem aanzienlijke hoeveelheden olie. In Dewariem 33 staat het al geschreven, weet de directeur.
Om minder kwetsbaar te zijn, zoekt Israël al sinds 1948 naar olie.
Vreemd is dit niet: geologisch sluit Israël aan bij de olierijke
aardlagen die zich uitstrekken van Saudi-Arabië via Irak tot in Syrië,
zeggen wetenschappers.
Er zijn de afgelopen 55 jaar zo’n 420 oliebronnen aangeboord, maar deze
hebben nooit veel opgeleverd. De succesvolste boring tot nu toe vond in
1996 plaats in de buurt van Arad, een stad bij de Dode Zee. ‘Succesvol’
is hier echter zeer betrekkelijk: de Arad-bron levert 600 barrels per
dag, terwijl de dagelijkse behoefte van Israël zo’n 240.000 barrels is.
Tovia Lushkin bezweert de olierijkdom van Israël eindelijk te hebben
aangeboord. Lushkin is een in de Sovjet-Unie geboren 54-jarige
orthodoxe jood en was in 1993 een van de oprichters van Givot Olam Oil
Exploration Limited Partnership, een kleine oliemaatschappij die sinds
1998 aan de beurs van Tel Aviv is genoteerd. Givat Olam is het
Hebreeuws voor ‘eeuwige heuvels’ en verwijst naar het gelijknamige
gebergte in Samaria.
Dit voorjaar maakte Lushkins bedrijf bekend op 4,5 kilometer
diepte bij Kfar Saba, ten noordoosten van Tel Aviv, een oliereserve te
hebben gevonden van één miljard barrels met een waarde van ruim 1,5
miljard euro. Twintig procent van de olie zou op korte termijn
commercieel exploitabel zijn. Binnen een jaar moet de winning beginnen.
Meteen na de bekendmaking van de vondst door Lushkin steeg het aandeel
van Givot Olam op de beurs van Tel Aviv met dertig procent. Maar
sindsdien nemen de sceptische reacties hand over hand toe.
In de Israëlische pers merkte olie-expert Amit Mor op dat sinds
het midden van de jaren negentig Givot Olam claimde in drie bronnen
grote voorraden te hebben gevonden, terwijl bij nader inzien de
hoeveelheid te winnen olie minimaal was. Vorig najaar werd om deze
reden bron nummer drie gesloten. “Givot Olam heeft een
geloofwaardigheidsprobleem.”
Dat bron nummer vier in het concessiegebied van 250 vierkante kilometer
nu opeens wel succesvol zou zijn, gaat er bij Mor en andere deskundigen
niet in.
Afgelopen zondag verdedigde Lushkin in het Britse dagblad The Observerzich
fel. Dat in de Israëlische bodem aanzienlijke hoeveelheden olie in
de grond moet zitten, baseert hij op kennis en geloof, zegt geoloog
Lushkin, die in de Sovjetunie, zijn geboorteland, tot zijn alija in
1984 bij diverse oliemaatschappijen heeft gewerkt.
Lushkin, die sinds zijn komst in Israël orthodox joods is, graag naar Dewariem 33 om te
bewijzen dat er grote hoeveelheden olie in de Israëlische bodem móeten
zitten. Lushkin noemt met name de verzen 13-16 van Dewariem 33: “En
omtrent Joséf zei hij: Zijn land is door de Eeuwige gezegend, met
de heerlijkste gaven van de hemel, met dauw en met wateraders die in de
diepte liggen, met de heerlijkste gaven van door zon overgoten gewassen
en met de heerlijkste gaven die maand na maand ontkiemen. Met de
allerbeste vruchten van oeroude bergen en de heerlijkste gaven van
eeuwige heuvels. Met de heerlijkste gaven van de aarde en wat haar vult
en dit door de gunst van Hem die zich in de doornstruik openbaarde;
moge het komen op het h