Op het terrein van het voormalig kamp Westerbork staan de komende maanden zeven meer dan levensgrote portretten van overlevenden, ooggetuigen van het Durchgangslager Westerbork en andere kampen.
De portretten zijn onderdeel van de tentoonstelling De oorlog in
levende lijve die op vrijdag 25 juni a.s. om 14.00 uur in het
Herinneringscentrum Kamp Westerbork wordt geopend. De titel is
gebaseerd op de activiteiten van deze ooggetuigen: zij vertellen hun
verhaal als gastspreker op ondermeer scholen. De expositie geeft dan
ook op een bijzondere manier een beeld van deze gastsprekers en hun
verhalen. Het is voor het eerst dat een tentoonstelling zich uitstrekt
tot het voormalig kampterrein.
De bijeenkomst op 25 juni is ook een moment van bezinning: er wordt
stilgestaan bij de beëindiging van de activiteiten van de Commissie
Begeleiding Jeugdvoorlichting Stichting Samenwerkend Verzet 1940-1945,
activiteiten die zijn ondergebracht bij het Landelijk Steunpunt
Gastsprekers WO II. Mede daarom zal de bijeenkomst worden bijgewoond
door leden van de Vaste Kamercommissie VWS.
Tijdens de bijeenkomst wordt het boek De klassenfoto gepresenteerd.
In opdracht schreef de bekende kinderboekenauteur Martine Letterie een
ontroerend maar ook spannend verhaal waarin duidelijk wordt dat
persoonlijke verhalen van ooggetuigen van de oorlog voor kinderen van
nu betekenis hebben.
Op de historische plek van het terrein van kamp Westerbork zijn zeven
grote portretfoto?s geplaatst. Portretten van kampoverlevenden, met een
maat van 200 – 80 cm, van de hand van fotograaf Sake Elzinga. Op
indringende wijze legde hij zeven ooggetuigen vast.
- Ro Horneman-Leverpoll
- Carla Josephus Jitta
- Ralph Prins
- William Schoenland
- Sien Thalen
- Ernst Verduin
- Louis de Wijze
Allen hebben zij een ?binding? met deze historische plek: een kortere
of langere periode van hun leven zaten ze hier in de oorlog gevangen.
Met deze foto-expositie op het kampterrein wil het Herinneringscentrum
Kamp Westerbork nieuwe wegen inslaan om de zeggingskracht van de
historische plek te vergroten. Sinds 1971 is de historische plek
van kamp Westerbork niet meer ?bewoond?. In dat jaar werden de laatste
barakken en andere bouwsels afgebroken. Sindsdien leek kamp Westerbork
van de aardbodem verdwenen. Alleen het in 1970 onthulde gedenkteken
maakte duidelijk dat hier midden in de boswachterij Hooghalen een
bijzondere plek lag. Hoewel de essentie van het bestaan van kamp
Westerbork – deportaties – door het Nationaal Monument op aansprekende
wijze was verbeeld, was de context niet meer herkenbaar. Integendeel,
de historische plek was meer een parklandschap geworden.
Vanaf de opening in 1983 kwamen bij het Herinneringscentrum Kamp
Westerbork voortdurend reacties van bezoekers binnen. Een constante
hierin was dat het kampterrein onvol-doen-de of niet herkenbaar was en
daarom weinig tot geen zeggingskracht had, zeker niet voor jonge
generaties. Deze ervaringen en nader onderzoek leidden in het begin van
de jaren negentig van de vorige eeuw tot het besluit het kampterrein op
symbolische wijze te herinrichten. De eisen die aan het
herinrichtingsplan werden gesteld, waren dat ze moesten bijdragen aan
een vergroting van de cognitieve overdrachtswaarde en de emotionele
belevingswaarde van het terrein. Oftewel ?enig beeld en enig gevoel
geven van wat zich daar heeft afgespeeld’.
Een wezenlijk punt – overigens geldend voor alle ?lieux de memoires? –
is gebleven: de mens is afwezig, het geleefde leven mist.
Middelen om dit te verminderen heeft het Herinneringscentrum tot op
heden in de regel gezocht in herdenkingen, rondleidingen en muziek- en
toneelvoorstellingen. Maar vooral ook met ooggetuigen die op de
historische plek hun verhaal vertellen.