Voetbal is oorlog, maar niet in Israël


Op 18 mei speelt de Israëlisch-Arabische Bnei Sakhnin Football Club de finale om de nationale beker tegen Hapoel Haifa. Oscar Garschagen bezocht het team aan de vooravond van de belangrijke wedstrijd en deed in NRC Handelsblad verslag.

Bij de grootste moskee in de hoofdstraat van Sakhnin linksaf, rechtsaf
over een industrieterreintje en dan de zandweg op langs
olijfboomgaarden, een stoppelveld met langorige geiten en een
kippenfokkerij. Na de laatste bocht met kniediepe kuil liggen de
traningsvelden van Bnei Sakhnin Football Club.
Niet de meest voor de hand liggende locatie van een profteam uit de
hoogste regionen van de Israëlische competitie. Het is eerder de plaats
voor een rustige camping in de heuvels van Galilea, waar volgens het
Bijbelse verhaal, Jezus zich enige tijd heeft verpoosd.

In een oogopslag is duidelijk dat de overhead-kosten van de club laag
zijn: een schuur met een golfplaten dak is verbouwd tot kleedkamer en
douchruimte. Coach Eyal Laman houdt kantoor in de ene helft van een
conmtainer,de andere helft fungeert als materialenkamer. Een
wedstrijdveld, een stadion misschien, is nergens te bekennen.
“Wij zijn de enige club in de hoofdklasse zonder eigen stadion. Wij
zijn trots op ons team, ons Sakhnin, trots en verdrietig, omdat wij
geen eigen stadion hebben. Maar we hebben wel een plan, een heel mooi
plan”, legt loco-burgemeester en bestuursliod Khalay-leh Ibrahim met
een olijke grijns uit en en baant zich een pad tussen de fans die de
avondtraining van commentaar voorzien.


UItzicht op Sakhnin

Achter die lach gaan grote spanningen en ambities schuil. Want iedere
speler, supporter en inwoner van het 24.000 inwoners tellende stadje,
eigenlijk een groot dorp in de vallei van Sakhnin, weet dat Sakhnin het
eerste Arabische team is dat in de geschiedenis van het israelische
profvoetbal aanspraak maakt op de nationale beker en na winst kan
deelnemen aan de strijd om de UEFA Cup.
“Dat is niet alleen voor Sakhnin belangrijk, maar voor alle Arabieren
in Israël. De hele Palestijnse, nee de hele Arabische natie kijkt mee,
want Al Jazeera, LBC in Libanon en MC in Jordanië zenden de wedstrijd
rechtstreeks uit,” vertelt aanvoeder Abas Suan (28) als hij zich warm
loopt voor de avondtraining. Suan is de enige Israëliesche -Arabier in
het nationale team van Israël en verheugt zich al enorm op deelname aan
de Uefa Cup.

De wedstrijd van dinsdag kan de bekroning zijn van een spectaculair
jaar: hert eerste jaar dat Sakhnin als een van de twee Arabische teams
in de Israëlische hoofdklasse speelde en in de bekerrondes zelfs het
onoverwinnelijk geachte Maccabi Tel Aviv versloeg. Aan de stemming
onder de fans, de gebeden in de moskeeen den de gesprekken in de
restaurants is te merken dat het om meer gaat dan voetbal.
Gevoel voor eigenwaarde, zelfrespect en op gelijke voet meedingen in de
Israëlisch-joodse samenleving zijn voor Sakhnin en wijde, Arabische
omgeving minstens zo belangrijke factoren. In alle opzichten zijn
Israëlsiche Arabieren achtergesteld. De gewelddadige opstand van
oktober 2000, waarbij tijdens zware rellen dertien mannen, onder wie
twee jongens uit Sakhnin, werden doodgeschoten, heeft daar nauwelijks
verandering in gebracht. Premier Sharon beloofde zich te zullen
inspannen om aan de discriminatie een einde te maken, maar de
werkloosheid onder de 1,3 miljoen Arabieren is nog altijd hoog (in
Sakhnin 29 procent). En veilige scholen, goede gezondheidszorg en
adequate nutsvoorzieningen zijn voor deze bevolkingsgroep bijvoorbeeld
onbereikbaar. Meer dan eenderde van de huizen in Sakhnin is niet
aangesloten op de openbare riolering, voor het ophalen van vuilnis en
repareren van wegen is zichtbaar geen geld meer. Zoals in de meeste
Arabische townships

Advertentie (4)