De gemeentearchivaris zal in samenwerking met de stadsarcheoloog gaan uitzoeken hoe het mogelijk was dat de stoffelijke resten in kolken rond de stad werden gedumpt.
Na overleg met hoofdrabbijn Jacobs van het Interprovinciaal Opperrabbinaat hebben B en W van de gemeente Kampen besloten het onderzoek de hoogste prioriteit te geven.
Het onderzoek wordt mede uitgevoerd op dringend verzoek van de Vereniging Het Joodse Begrafeniswezen te Amsterdam. Voorzitter H. Loonstein wil bovendien zo spoedig mogelijk een onderhoud met burgemeester Jan Oosterhof over deze voor hen zeer schokkende gebeurtenis.
De verhalen hebben inmiddels voor de nodige reacties gezorgd. Enkele voormalige politiefunctionarissen zeggen zich nog te kunnen herinneren dat de joodse begraafplaats destijds is geruimd. Dat gebeurde – officieel – in 1947, toen de in de Tweede Wereldoorlog uitgeroeide Kamper joodse gemeenschap werd opgeheven. De ruiming gebeurde onder streng toezicht van politie en joodse autoriteiten uit Amsterdam. De resten werden overgebracht naar het joodse kerkhof op de algemene begraafplaats in IJsselmuiden. In 1955, toen naast de voormalige begraafplaats de gereformeerde mavo werd gebouwd, zouden talrijke beenderen en botten aan de oppervlakte zijn gekomen. Die werden, volgens ooggetuigen, in zakken gestopt en in kolken gegooid.
Bron: Nieuw Kamper Dagblad 7 mei 2004